Slasoorten Algemeen
De verschillende slavarianten behoren tot de soort Lactuca sativa L. en tot de familie van de samengesteldbloemigen of Compositae. Naast de vele slasoorten behoren ook de andijviesoorten, witlofsoorten, schorseneer en artisjok tot deze uitgebreide familie. Daarnaast behoren nogal wat bloemisterijproducten (zonnebloem, gerbera, chrysant) en (on)kruiden (kamille, knopkruid, kruiskruid) tot deze familie.
Het is niet eenvoudig om de verschillende slatypen uit elkaar te houden.
Via de officiële Latijnse naamgeving wordt getracht hierin duidelijkheid te scheppen.
Botersla of kropsla stamt waarschijnlijk af van wilde sla, een plant die in grote delen van de gematigde streken van Europa, West-Azië en Noord-Afrika voorkomt.
De geschiedenis van sla als cultuurgewas is al heel oud. Het werd al in 550 v. Chr. aan de Perzische hoven gebruikt en omstreeks die tijd in Egypte als hoofdgroente gegeten, vermoedelijk gekookt als spinazie. Uit tekeningen uit het oude Egypte blijkt dit een soort bindsla te zijn geweest.
Wanneer sla in Europa werd geïntroduceerd is onbekend; zeker is echter dat de Grieken de slacultuur van de Egyptenaren overnamen.
Kropsla werd pas omstreeks 1540 voor het eerst in Europa beschreven. Terwijl de Zuid-Europese landen zich vooral toelegden op de teelt van de hardere bindsla (kooksla of stoofsla), legden de midden- en Noord-Europese landen zich vooral toe op de teelt van de zachtere botersla. De oudste – thans nog bekende – kropslarassen zijn omstreeks 1750 geïntroduceerd.
Ook in de USA wordt sinds het begin van de emigratie botersla geteeld, maar als gevolg van de slechte houdbaarheid is deze daar sinds 1930 geheel verdrongen door de beter houdbare ijsbergsla. Ook ijsbergsla heeft de Latijnse naam Lactuca sativa L. var. capitata.
Een geheel andere ontwikkeling is te vinden in Oost-Azië, met name in China, waar sla tussen 600 en 900 n. Chr. werd ingevoerd. De Chinezen leggen zich vooral toe op de teelt van sla, waarvan de stengel gegeten wordt. Dit is de zgn. aspergesla. Deze wordt daar reeds gedurende lange tijd als volksvoedsel gegeten.
Evenals in de andere West-Europese landen heeft men zich in Nederland ook in eerste instantie uitsluitend op de teelt van kropslasoorten gericht. Tot 1900 vond de teelt uitsluitend in de vollegrond plaats. In het begin van de 20e eeuw ontstond de teelt onder plat glas, nog later werd deze teeltwijze vervangen door de teelt onder staand glas. In toenemende mate wordt thans ook aandacht besteed aan de teelt van diverse plukslatypen.
Er zijn verschillende slasoorten, waarvan Kropsla de belangrijkdste is. Alle Kropsla-rassen en alle IJsslatypen behoren tot de groep: Kropsla. Kropsla is één van de vier belangrijkste tuinbouwprodukten die in Nederland onder glas worden geteeld.
Soms bevat het celsap de stof anthocyaan die het blad rood kleurt, vooral bij een droge lage temperatuur.
Kropsla wordt in Nederland onder glas en in de vollegrond geteeld, en is één van de grotere glasgroentegewassen.
Door de voortdurende discussie over het nitraatgehalte in Kropsla, en de veranderende voorkeur van de consument richting IJssla, is de teelt van Kropsla in Nederland sterk terug gelopen. Door meerdere typen sla en zwaardere sla te telen heeft men geprobeerd deze teruggang te stuiten, maar dat is slechts gedeeltelijk gelukt omdat het moeilijk is om in het seizoen van de glassla, ijssla onder glas te telen.
De teelt van Kropsla in de vollegrond is de laatste jaren ook ingekrompen, maar is gepaard gegaan met een sterke uitbreiding van de teelt van IJssla.
De laatste jaren staat het nitraatgehalte van Kropsla negatief in de belangstelling.
Nitraat kan worden omgezet in nitriet, wat blauwzucht kan veroorzaken, en kan daarnaast in het lichaam een bouwstof zijn voor een kankerverwekkendeverbinding. Dit heeft ertoe geleid dat er nu normen gelden voor een maximum nitraatgehalte in Kropsla.
De normen zijn, om volksgezondheidsredenen, tussen 1 november en 1 mei een nitraatgehalte van hoogstens 4.500 ppm en tussen 1 mei en 1 november
2.500 ppm.
Voor Kropsla van de vollegrond lijkt nitraat weinig problemen op te leveren.
De kleur van het blad van Kropsla kan variëren van lichtgroen tot donkergroen, deze kleuren worden door de consument niet erg op prijs gesteld, omdat een te lichte kleur duidt op een te zachte gevoelige sla en een te donkere kleur wordt vaak geassocieerd met dik en stug blad.
De consument wil een dunbladige, malse, blonde en vooral een goed gevulde Kropsla.
Aspergesla
Aspergesla of Stengelsla.
(Lactuca sativa, var. angustana)
ENGELS: Celtuce,stemlettuce
FRANS: –
DUITS:Spargelsalat
OMSCHRIJVING: Niet-kroppende slasoort met stug,langwerpig blad en een vrij lange,dikvlezige stronk of stengel.Deze laatste wordt gegeten. Sinds de jaren zeventig aan de markt, onder andere als ‘sladerij en ‘aspergesla’.
OORSPRONG: China.
PRODUKTIE: Taiwan, China.
AANVOER: Bi,j teelt in eigen land in de zomer en de vroege herfst. Bij import ook wel in andere maanden. GEBRUIK: Stronk ontbladeren en schillen, het merg in plakjes snijden en verwerken in gemengde salades .Ook kan de stengel gekookt worden en verwerkt worden in warme of koude salades. Het blad kan ook als stoofsla worden bereid.
HOUDBAARHEID: De kale stengels (stronken) enige weken bij een lage temperatuur en een hoge luchtvochtigheid.
Historie:
Botersla of kropsla stamt waarschijnlijk af van wilde sla, Lactuca serriola L., een plant die in grote delen van de gematigde streken van Europa, West-Azië en Noord-Afrika voorkomt. In het zuiden van Limburg komt deze wilde sla ook nog voor. Kompassla is de Nederlandse naam.
De geschiedenis van sla als cultuurgewas is al heel oud. Het werd al in 550 v. Chr. aan de Perzische hoven gebruikt en omstreeks die tijd in Egypte als hoofdgroente, vermoedelijk gekookt, gegeten. Uit tekeningen uit het oude Egypte blijkt dit een soort bindsla te zijn geweest.
Wanneer sla in Europa werd geïntroduceerd is onbekend; zeker is echter dat de Grieken de slacultuur van de Egyptenaren overnamen.
Kropsla werd pas omstreeks 1540 voor het eerst in Europa beschreven. Terwijl de Zuid-Europese landen zich vooral toelegden op de teelt van de hardere bindsla (kooksla), legden de midden- en Noord-Europese landen zich vooral toe op de teelt van de zachtere botersla. De oudste – thans nog bekende – kropslarassen zijn omstreeks 1750 geïntroduceerd.
Een geheel andere ontwikkeling is te vinden in Oost-Azië, met name in China, waar sla tussen 600 en 900 n. Chr. werd ingevoerd. De Chinezen legden zich vooral toe op de teelt van sla, waarvan de stengel gegeten wordt. Dit is de zgn. aspergesla. Deze werd daar reeds gedurende lange tijd als volksvoedsel gegeten. De Latijnse naam hiervan is
Lactuca sativa L. var. angustana
Bindsla
Bindsla (Lactuca sativa, var. longifolia) Compositae
ENGELS: Cos lettuce FRANS: Laitue romaine
DUITS: Bindesalat, Römischer Salat
Slatype met langwerpige en van boven lets losse kroppen. Het blad is tamelijk stug en leent zich daardoor minder goed voor de rauwe consumptie. Bindsla is van oudsher een vroege stoofgroente.
Van oorsprong afkomstig uit : MiddellandseZeegebied, IranEgypte.
Import o.a. : Zuid-Europa.een Jaarrond beschikbaar
Het hart van de krop kan rauw gegeten worden het buitenblad is geschikt om te stoven.
Rassen: (selectie van een aantal bekende)
Blanke Zelfsluitende Fors gewas met vrij grof, groen blad. De kroppen zijn van boven iets open. Binnen in de krop is het blad geelgroen van kleur.
Paris White Vrijwel gelijk aan Blanke Zelfsluitende, alleen is dit ras iets grover.
Groene Bindsla Dit ras is iets minder fors dan de twee voorgaande en kropt iets beter. Een bekende selectie is Barcarolle, met tamelijk smalle bladeren en lange ovale en goedgesloten kropen. Van binnen zijn die Kroppen lichtgroen en tamelijk los van structuur.
Eikenbladsla Rood en Groen
Eikenbladsla Rood
Eikebladsla (Lactuca sativa L. var. acephala Alef.)
• Rode en Groene eikebladsla
Ned: eikenbladsla Eng : oak leaf
Dts : Eichenlaubsalat, Eichblattsalat Fra : laitue à couper
Pluksla-variëteit: Tot pluksla behoren de niet-kroppende slatypen met
gekroesd of sterk ingesneden blad. Voorbeelden zijn rode en groene
eikenbladsla en batavia. Ook krulsla, Lollo bionda en Lollo rossa behoren
tot deze variëteit.
Pluksla wordt ook onder eigen naam op de markt gebracht.
Het blad van de eikebladsla heeft de vorm van het blad van de Amerikaanse
eik, vandaar de naam. Maar het is een echt lid van de slafamilie met alle
kenmerken vandien. Vooral de rode soorten zijn erg in trek.
Het zijn dus slaplanten met een open bladstand
IJsbergsla
IJssla c.q. IJsbergsla Lactuca sativa var. capitata Compositae IJssla
Ned: IJssla , ijsbergsla Fra: laitue, pommè frisèe
Dts: Eissalat Spa: lechua , crespa de hielo
Eng: crisphead lettuce Zweeds: issallat
IJssla of IJsbergsla is een Kropslatype met een dik en knapperig blad, dat ook na de oogst lang stevig blijft. Deze slasoort is langer en beter houdbaar dan de ‘gewone Kropsla’ c.q. Botersla. Aangebroken kroppen kunnen in de koelkast een paar dagen worden bewaard.
IJssla c.q. IJsbergsla. Wordt niet onder rasnaam verkocht.
Aanvoer : Glasteelt: april-juni,
Aanvoer: vollegrondsteelt: juni-oktober.
Import: november – maart uit o.a. Californië, Arizona, Spanje, Israël en Frankrijk.
De sortering moet geschieden naar het gewicht; minimumgewicht van
Natuurijssla klasse I en II: 300 g,
Glasijssla klasse I en II: 200 g,
Natuurijssla klasse III: 80 g,
Glasijssla klasse III: 80 g.
Voorkomende ziekten en/of gebreken zijn :
1. Droogrand; de buitenste bladeren worden bruin;
2. Bladluizen- en slakkenvraat;
3. Rand: aan de rand van de buitenste bladeren bruinverkleuring en rotting;
4. Vorstschade: het blad is zilverkleurig doordat de opperhuid loslaat van het bladmoes.
Presentatie :Bij voorkeur gekoeld.
Onverpakt gekoeld bij : 2-5°C, 90-95% R.V.: 1-2 weken.
Ongekoeld: afhankelijk van de temperatuur: 2-5 dagen.
Verpakt gekoeld: 2-5°C, 85-90% R.V.: 2-3 weken.
Ongekoeld:afhankelijk van de temperatuur 3-5 dagen.
N.B.: IJssla kan gemakkelijk worden beschadigd waardoor op de breekplaatsen snel rot optreedt. Tijdens bewaring het niet verpakte produkt afdekken met kunststoffolie.
Kropsla
(Lactuca sativa L. var. capita) Compositae
Kropsla:
* Ned: kropsla, botersla *Fra: laitue pommée, laitue
* Dts: Kopfsalat *Spa: lechuga arrepollada
* Eng: headed lettuce; head lettuce * Zweeds: huvudsallat
cabbage lettuce; butterhead lettuce
Er zijn verschillende slasoorten, waarvan Kropsla de belangrijkdste is. Alle Kropsla-rassen en alle IJsslatypen behoren tot de groep: Kropsla. Kropsla is één van de vier belangrijkste tuinbouwprodukten die in Nederland onder glas worden geteeld. Soms bevat het celsap de stof anthocyaan die het blad rood kleurt, vooral bij een droge admosfeer en een lage temperatuur.
Kropsla wordt in Nederland onder glas en in de vollegrond geteeld, en is één van de grotere glasgroentegewassen.
Door de voortdurende discussie over het nitraatgehalte in Kropsla, en de veranderende voorkeur van de consument richting IJssla, is de teelt van Kropsla in Nederland sterk terug gelopen. Door meerdere typen sla en zwaardere sla te telen heeft men geprobeerd deze teruggang te stuiten, maar dat is slechts gedeeltelijk gelukt omdat het moeilijk is om in het seizoen van de glassla, ijssla onder glas te telen.
De teelt van Kropsla in de vollegrond is de laatste jaren ook ingekrompen, maar is gepaard gegaan met een sterke uitbreiding van de teelt van IJssla.
De laatste jaren staat het nitraatgehalte van Kropsla negatief in de belangstelling.Nitraat kan worden omgezet in nitriet, wat blauwzucht kan veroorzaken, en kan daarnaast in het lichaam een bouwstof zijn voor een kankerverwekkendeverbinding. Dit heeft ertoe geleid dat er nu normen gelden voor een maximum nitraatgehalte in Kropsla.
Voor Kropsla van de vollegrond lijkt nitraat weinig problemen op te leveren.
De kleur van het blad van Kropsla kan variëren van lichtgroen tot donkergroen, deze kleuren worden door de consument niet erg op prijs gesteld, omdat een te lichte kleur duidt op een te zachte gevoelige sla en een te donkere kleur wordt vaak geassocieerd met dik en stug blad.
De consument wil een dunbladige, malse, blonde en vooral een goed gevulde Kropsla.
Kropsla wordt niet onder rasnaam verkocht.
Gekoeld bewaren bij:
2-5 °C, 90-95% R.V.: 2-5 dagen.
Sla is gevoelig voor uitdrogen, waardoor het snel verlept, het verdient aanbeveling de sla tijdens bewaring af te dekken met kunststoffolie.
Krulsla
Krulsla Lactuca sativa L. var. crispa syn. Var. acephala Compositae
Krulsla uit de glasteelten is bekend onder de volgende namen:
Nederlands: krulsla Engels: curly lettuce
Duits: Kraussalat Frans: laitue frisée
Groene krulsla uit de vollegrondsteelten is bekend onder de volgende namen:
Nederlands: zomer krulsla Engels: summer curly lettuce
Duits: Sommer Kraussalat Frans: laitue frisée d’été
Rode krulsla uit de vollegrondsteelten is bekend onder de volgende namen:
Nederlands: rode zomer krulsla Engels: red summer curly lettuce
Duits: rote Sommer Kraussalat Frans: laitue frisée d’été rouge
Krulsla mag alleen onder de bovenstaande namen worden aangevoerd.
Krulsla is een variant van de Kropsla. Het is een type met diep ingesneden, iets op Andijvieblad lijkende, wat krullerig blad, dat de malsheid van Botersla en iets van de knapperigheid van IJssla in zich combineert.
De consument ziet Krulsla als een kruising tussen Botersla en IJssla en vindt, over het algemeen, de Krulsla wat smakelijker dan de Botersla. De belangrijkste aanvoerperioden van de onder glas geteelde Krulsla is van oktober tot en met mei.
De teelt van Krulsla in de vollegrond is ook van zeer beperkte omvang, mogelijk wordt een gedeelte van de rode Krulsla onder de naam Rode Eikebladsla te koop aangeboden.
Het grootste verschil met Rode Eikebladsla is dat Rode Krulsla een wat lossere krop vormt en een malser blad.
Net als bij andere rode slasoorten is ook bij dit produkt een goede rode kleur van groot belang.
Naast Rode Krulsla wordt, op nog kleinere schaal, Groene Krulsla geteeld in de vollegrond. De vollegrond Groene Krulsla is veel grover dan het glastype.
Krulsla wordt vooral verwerkt in gemengde salades en als garnering.
Voor de belangrijkste Ziekten en gebreken, Presentatie, Korte bewaring, Import en Aanvoertijd wordt verwezen naar het hoofdstuk Kropsla. Of neem met ons contact op
Zie ook: Pluksla
Lollo Biondo
Zie : Pluksla/krulsla en Lollo Rossa
Lollo Rossa
Lollo Rossa en Lollo Bionda
(Lactuca sativa L. var. acephala Alef.)
Lollo ( rood en groen)
Ned: lollo rossa, lollo bionda
Eng: loose-leaf lettuce ‘lollo red’ Dts: Lollo Rossa, Lattughino
Fra: laitue à couper Rouge/Vert
De juiste benaming voor Lollo Rossa is Rode Krulsla. Lollo Rossa is in feite een rasnaam.En voor de Lollo Bionda is dat natuurlijk Groene krulsla.
Omdat deze naam echter algemeen voor een bepaald type Krulsla wordt gebruikt, is in dit hoofdstuk deze aanduiding ook van toepassing op dit produkt.
Van de Rode Slasoorten, die in Nederland worden geteeld, is Lollo Rossa de belangrijkste.
Lollo Rossa maakt een compacte, half bolvormige, ronde en zeer gekroesde krop en heeft een wat langere pit dan Kropsla. Lollo Rossa moet zeer fijn gekroesd zijn en een intens rode kleur hebben.
De roodverkleuring vindt plaats aan de buitenzijde van de krop, de roodverkleuring in de krop is met name gering in de zomer en herfst, omdat lage temperaturen de roodverkleuring bevorderen.
Lollo Rossa is bij uitstek geschikt voor het garneren van diverse gerechten.
Bij lollo rossa en rode eikenbladsla is de rode kleur van groot belang. Bij lagere temperaturen kleuren de planten beter rood dan onder warme omstandigheden. Er is veel belangstelling voor roder gekleurde rassen, die zich de laatste jaren dan ook aandienen. De teeltwijze vertoont verder veel overeenkomsten met die van kropsla. Rand speelt hierbij een minder belangrijke rol.
Pluksla
(Lactuca sativa var. angustana) Compositae
Engels: Loose-leaf lettuce
Frans: Laitue a couper
Duits :Schnitt – und Pflucksalat
Onder Pluksla, Krulsla, Eikenbladsla, Snijsla en Misticanza wordt verstaan: de verschillende niet-kroppende slatypen met sterk ingesneden of gekroesd blad.
De rassen die de stof anthocyaan bevatten en dus rood van blad zijn, zijn erg in trek. Met name de Snijsla en Misticanza worden als jong blad geoogst en in de handel gebracht.
Soorten ; Pluksla, Krulsla, Eikenbladsla, Misticanza en Snijsla.
Rassen:O.a. Red Salad Bowl, Lollo Rossa, Lollo Bionda en Australische Gele.
Aanvoer :Het jaar rond.
Import uit o.a. Frankrijk, Italië, België, Spanje en Israël.
De sla moet kwalitatief goed zijn, de kenmerkende kleur van de variëteit vertonen; nagenoeg vrij zijn van schade door dierlijke parasieten, ziekten en gebreken; vrij zijn van vorstschade en schot en onbeschadigd zijn.
N.B.: Sla is gevoelig voor uitdrogen, waardoor het zeer snel verlept. Het verdient aanbeveling de sla tijdens bewaring af te dekken met kunststoffolie.
Rassen Pluksla:
Amerikaanse Roodrand Oud plukslaras met licht gekruld, groen blad met rode vlekken. Is nog maar zelden aan de markt.
Australische Gele Eveneens een oud plukslaras. Het blad is geelgroen en fijn gekruld. Ook dit ras wordt voornamellik geteeld door amateurtuinders en is dus zelden te koop.
Salad Bowl Krulslaras met lichtgroen ingesneden blad, dat zeer zacht van structuur is. De kropjes zijn zeer beperkt houdbaar; ze zijn enige uren na de oogst al slap.
Red Salad Bowl Krulslaras met roodachtig, ingesneden blad. Door vorm en kleur van het blad wordt dit ras vaak ‘eikebladsla’ genoemd. Beter houdbaar dan het vorige ras.
Lollo Een sterk gekroesd en compact slatype van Italiaanse oorsprong. Er is een type met geelgroen blad en daarnaast een selectie die anthocyaan bevat en dus rood kleurt.
Snijsla Voor het telen van snijsla worden verschillende snelgroeiende slarassen gebruikt. Ze worden dik gezaaid en in jonge toestand bij de grond afgesneden. Afhankelijk van de zaadkleur spreekt men wel van wit en zwart ‘dunsel’.
Misticanza Dit gewas wordt verkregen uit een zaadmengsel van verschillende slasoorten, vaak nog vermengd met cichoriums, hertshoornweegbree en andere, snelgroeiende bladgroenten. Het wordt gezaaid en geoogst als snijsla.
Sucrinesla
(Lactuca sativa var. longifolia)
Een oude slavariëteit ook bekend onder de naam “Romaine leboeuf” In 1880 reeds beschreven in de catalogus van Vilmorin-Andieux .
Het is een kleine compacte krop met vlezige dikke ronde bladeren. Heldergroen van kleur en een uitgesproken noten smaak.