Exoten – met een ‘C’

Cactusvijg

Unicode


Cactusvrucht of Woestijnvijg
(Opuntia ficus indica.)  fam. Cactaceae

De Cactusvrucht of woestijnvijg is bekend onder de volgende namen:
Nederlands: Cactusvijg,Cactusvrucht, Woestijnvijg.
Frans:  Figue d’ Inde, Oponce
Spaans:  Tuna
Duits:  Feigenkaktus, Kaktusfrucht,Indische Feige
Israel:   Sabra
Engels:  Cactus fruit, Indian fig, prickly pear.

Familie
De cactusvrucht of woestijnvijg is de vrucht van de Opuntia. Deze planten behoren tot de familie van de Cactaceae. (cactusachtigen) Deze familie heeft meer dan 2000 soorten. Enkele van deze cactussoorten produceren eetbare besvruchten. In deze besvruchten bevinden zich vele eetbare zaden. Het zaad van de cactus kiemt binnen 24 uur bij vochtige omstandigheden. De cactus maakt een netwerk van wortels vlak onder het zand oppervlak. Door afkoeling van de lucht in de nacht van 40°C overdag tot 5°C ’s nachts treedt er condensvorming op. De wortels nemen dit condens op. Daardoor kan de cactus in de hete woestijn overleven. De cactus heeft mooie bloemen, die sierwaarde hebben.
SCHIJFCACTUS
De cactusvijg (Opuntus, Ficus indica) is een zaadbes, van een zogenaamde schijfcactus.  De plant heeft vlezige, sappige, gedoornde bladeren die uit schijfvormige delen bestaan.  De plant kan wel 3 tot 4 m hoog worden.  In het voorjaar bloeit deze schijfcactus met grote gele bloemen, waaruit zich in de zomer en herfst grote zaadbessen ontwikkelen.  Tijdens het rijpingsproces verkleuren de vruchten van groen via geel en oranje naar helderrood en roodbruin.  Na het oogsten worden de lange stekels van de vrucht machinaal verwijderd.  Wat achterblijft op de schil zijn de kussentjes van de stekels.  Hier zitten nog kleine stekeltjes die gemeen kunnen steken.  Het zijn een soort weerhaakjes die in de huid blijven steken en ontstekingen kunnen veroorzaken.

Cactusvijg aan plant-©
Consumptie en toepassing
De cactusvijg voor het gebruik koelen, de frisse, zoetzure smaak komt dan het best tot z’n recht.  Het vruchtvlees heeft een korrelige, waterige structuur. De kleine zwarte pitjes zijn eetbaar. Pak een cactusvijg met stekeltjes nooit met blote handen aan. Altijd keukenhandschoenen aan doen of de vrucht met een oude theedoek aanpakken. Voor het gebruik de vrucht met een doekje of borsteltje afwrijven onder stromend water. Kerf de vrucht in met een mes en trek de harde schil eraf. Het vruchtvlees is dan zo te gebruiken. Een andere mogelijkheid: halveer de vrucht en lepel haar uit. Blokjes vruchtvlees zijn lekker in een fruitsalade. Nog een mogelijkheid is: Snijd voor- en achterkant van de vrucht en snijd de vrucht overlangs in. Neem vork en mes. Steek de vrucht aan de vork en licht met het mes de schil op. Draai met de vork de vrucht uit de tamelijk dikke schil
– Cactusvijg puur eten: halveren en uitlepelen of de schil eraf trekken;
– Cactusvijg in fruitsalade met banaan, kiwi, meloen op papaja, – Cactusvijg besprenkelen met Grand Marnier of cognac en serverend met ijs of slagroom; – Cactusvijg bij koud vlees met een fijne saus.
Voedingswaarde
Voedingswaarde per 100 gram:
220 kJ en ca 20 mg vitamine C.
IJzer: 0.3 mg.
Tevens veel vitamine B-caroteen.
Water: 85 gr.
Koolhydraten:12 gr,.
Kalium: 90 mg.
Calcium:24 mg.
HERKOMST
De cactusvijg komt van oorsprong uit Mexico.  Spaanse zeelieden brachten de vrucht naar Zuid-Europa, waar de vrucht een belangrijk cultuurgewas is geworden.  Ook wordt de plant hier voor erfafscheiding gebruikt.
In vroegere tijden is de plant via emigranten in Australie terechtgekomen.  Hier werd het eenlastig onkruid, dat op grote gras-vlakten overheerste en moeilijk uit te roeien was.  Nu is bekend dat de plant bestreden kan worden met de larve van het insekt  Cacto blastic cactorum.  Dit insekteet het blad van de plant.
Rassen
Cactusvruchten worden niet onder rasnaam verhandeld.
Hoewel er enkele verschillende rassen zijn binnen de soort Opuntia, wordt dit niet aangegeven door de producenten. Er is een Opuntia maxima ,dus een groot vruchtig ras In de VS heeft de Fa. Burbank een stekelloos ras ontwikkeld De verschillen zijn voornamelijk in de vorm van de vrucht te vinden en het ontbreken van stekels.
Wereldwijd zijn er honderden cactusplanten die eetbare vruchten leveren. Enkele hiervan worden speciaal gekweekt voor de menselijke consumptie.
De Cactusvrucht is in tegenstelling tot andere tropische en subtropische vruchten niet zo gevoelig voor lage temperaturen. (niet < 5°C)
De plukrijpe cactusvruchten zijn enkele weken te bewaren bij een temperatuur van  6 tot 9 ° C en een RV van 85%
De rijpe vrucht is ongeveer 1 week houdbaar bij een temperatuur niet lager dan 5°C. De RV. moet ca. 90% zijn.
zie ook :  Pitahaya

 

Carambola

Unicode

 

Blimbing   (Averrhoa carambola L.)   Oxalidaceae   /1014/983/CBI/
Nederlands: Sterfruit, Carambola, Blimbing
Engels:       Camias,Bilimbi,Cucumbertreefruit,Carambola
Frans:         Bilimbi
Duits:          Bilimbi
Spaans:      Vinagrillo,Mimbro,Bilimbi
Portugees:  Limão de caiena
Thai:           Ta-ling pling
Maleisie:     Belimbing asam
Indonesie:  Belimbing wuluh
Filipijnen :   Kamias

Uiterlijk:
De starfruit is een langwerpige, stervormige vrucht.  De kleur van de starfruit is geelgroen tot goudgeel en het vruchtvlees is doorschijnend en iets lichter van kleur dan de schil.De carambola behoort tot het geslacht Averrhoa.  Dit geslacht is genoemd naar de Moorse filosoof, geneesheer en astronoom: Averroas.  Hij leefde in de 12e eeuw en was de eerste die de carambola heeft beschreven.  In de 17e eeuw is de carambola beschreven en getekend door een ambtenaar van de Oostindische Compagnie.  Tot het geslacht Averrhoa behoort nog een eetbare vrucht, de zogenaamde blimbing.  Deze vrucht heeft de vorm van een carambola maar is kleiner en groen van kleur.  De blimbing wordt niet vaak rauw gegeten want de smaak is wrang en zuur.In Maleisie noemt men de carambola: blimbing manis (zoet) en de blimbing: blimbing asem (zuur).  De vruchten worden door deze benamingen weleens met elkaar verward.  Ze verschillen echter in kleur, grootte en smaak van elkaar.
Geen afzonderlijk ras maar een aparte soort is de Blimbing (Averrhoa bilimbi) Ook bekend onder de naam Blimbing  asem.
Gebruik:
De sappige zoetzure sterfruit kan vers gegeten.  Hij is ook prima te gebruiken in salades en chutneys.  Sornmige rassen zijn uitgesproken zuur.
Herkomst:
De sterfruit komt oorspronkelijk uit Indonesie.  Van daaruit is ze verspreid over een groot deel van de tropen.
De belangrijkste landen die de Starfruit nu produceren
zijn:
-Indonesie  -Maleisie
-Brazilie – Israel en tropisch Afrika.
Bewaring:
Het vruchtvlees is doorschijnend en er kan zich een enkel zwart pitje in bevinden.  De pitjes kunnen zonder bezwaar worden gegeten.  Het rijpe vruchtvlees is sappig en heeft een frisse zoetzuur tot zoete smaak.  Grotere exemplaren kunnen iets zoeter zijn dan kleinere exemplaren.  Het frisse vruchtvlees is bijzonder dorstlessend.
De tropische vruchten moeten niet te koel worden opgeslagen.  Ze moeten niet onder een temperatuur van 8° – 10° C worden bewaard, in verband met het optreden van lage-temperatuurbederf.  Ze zijn 1 – 3 weken te bewaren, afhankeiijk van de rijpheid.  De consument kan de vruchten nog ongeveer 1 week bewaren bij een koele temperatuur van 12° – 15 °C.
Algemene voedingsinfo:Van rijpe vruchten kun je de schil makkelijk aftrekken.  Het verdiend aanbeveling om de uiteinden van de stervormen af te snijden, daar deze enigzinds bitter zijn.  De schil en pitjes zijn eetbaar.De sterfruit wordt gebruikt als decoratie voor vlees, salade, wijn , cocktails en taarten.  Tevens wordt hij als compote gebruikt bij rijstepap.
Een opmerkelijke gebruikswaarde van de carambola is, dat deze als decoratievrucht in allerlei variaties gebruikt wordt.
Voedingswaarde per 100 gram
Energie:  167 KJoules (40 Kcal)
Suikers  4-11 %
Vit.  C:  16-40 mg
IJzer: 0,6-1,5 mg
Water  90 %
B-Caroteen:0,02 -0,15 mg
Eiwit:  0,7 gram
Vet:  0,5 gram
Koolhydraten: 8 gram
Vezels:  0,9 gram
Calcium:  6 mg
Vit. A 493 IU
Hoewel de Carambola NIET onder rasnaam wordt verkocht, zijn er inmiddels meer dan 20 rassen bekend. Op de Europeesche markt zijn onderstaande rassen al gesignaleerd:
’Arkin ‘ –‘Fwang Tung’- ‘ Golden Star’ –‘Hoku ‘- ‘Kaiang ‘ -‘Maha’- ‘Newcombe.
Het is waarschijnlijk binnen enkele jaren vanzelfsprekend, dat we in de handel onder rasnaam gaan importeren en verkopen.
Het weten waard!!!
Het zuur in de carambola is oxaalzuur,dit zuur zit ook in rabarber
De eigenschap van oxaalzuur is dat het kalk bindt in het lichaam.
Snij dunne plakjes van de vrucht,laat ze snel drogen in een oven bij 120° C
het is een heerlijke frisse chip.Toch nog te fris van smaak? Dan de plakjes voor het drogen bestrooien met suiker.

Stervrucht Carambola Neurotoxine in Carambola geïdentificeerd

Mensen met een chronische nierziekte kunnen maar beter geen stervrucht (Carambola) eten als hun leven hen lief is. Er zijn namelijk tal van gevallen bekend waarbij de consumptie van de gele stervormige vruchten bij dialysepatiënten en mensen met een nierziekte tot vergiftigingen hebben geleid. De symptomen lopen uiteen: van onder meer braken, geestelijke verwarring en langdurende epileptische aanvallen tot aan coma en de dood. Bij een acute vergiftiging kan alleen direct dialyseren redding bieden.

De stervrucht bevat namelijk een tot dusver onbekend neurotoxine dat bij gezonde mensen probleemloos via de nieren wordt uitgescheiden. Bij mensen met een nierziekte hoopt het neurotoxine zich echter op en kan het in de hersenen raken. Een team van de universiteit São Paulo (Brazilië) is het nu gelukt om dit neurotoxine te identificeren en te isoleren.

De wetenschappers deden dit door extracten van de stervrucht aan dieren met kunstmatige nierbeschadigingen te voeren (om de spijsvertering van patiënten met een nierziekte na te bootsen), en door extracten in de hersenen van gezonde ratten te injecteren. Hierdoor werden de aanvallen opgewekt die typisch zijn bij stervruchtvergiftigingen. De extracten werden door middel van chromatografische methodes gefractioneerd en de afzonderlijke fracties werden op activiteit getest. Actieve fracties werden vervolgens verder chromatografisch ontleed en wederom getest – net zo lang tot men één enkele substantie kon isoleren die verantwoordelijk was voor het veroorzaken van de aanvallen. De onderzoekers gaven deze de naam caramboxin.

Publicatiedatum: 2-12-2013 bron : AGF .nl

 

 

Cassabanana

 

Cassabanana  – Cucurbitaceae
(Sicana odorifera syn. Cucurbita odorifera)

Ook bekend als:
Sikana – Cassabamelone – Cassabameloen – Cojombro – Melon Coton
Cajua – Pepino anjelo – Coroa – Melon colorado  – Curuba.

Binnen de familie van de Komkommerachtige (Cucurbitaceae) zijn meer dan 1000 soorten ingedeeld,waaronder de Cassabanana. Het gaat hier om een vrucht die het meest lijkt op een lang ovale meloen. De vruchten worden 30 tot 60 cm. lang en met een doorsnede   8 tot 12 cm. De Cassabanana is inheems in Brazilië en tropisch Zuid Amerika.
Rijpe vruchten geven een aromatische, meloenachtige geur af. De smaak lijkt op die van de  Cantaloupe meloen. De schil,die niet eetbaar is, is glad en bruin-oranje van kleur.
Het gele, stevige vruchtvlees is sappig en bevat veel pitten die geroosterd eetbaar zijn.
Beperkte aanvoer.
Niet bewaren beneden de 12°C. bewaren

 

Cassave

Unicode

 

Cassava – Euphorbiaceae
(Manihot esculenta  syn. M.utilissima)

Ook bekend als:
Manioc – Maniok – Tapioca – Mandioca – Yuca – Aypu – Boniato
Herkomst
Binnen de Euphorbiaceae-familie is er slechts één soort die als plant eetbaar is. Dit is de cassave. Oorspronkelijk groeide de cassave uitsluitend in Brazilië. Tegenwoordig wordt de plant geteeld in bijna alle tropische gebieden in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.
Uiterlijke kenmerken
De knollen die tot wel 1.3 meter lang kunnen worden zijn bruindof van kleur. Door de behandeling met paraffine krijgt de knol een glanzend uiterlijk. De paraffine heeft tot doel het uitdrogen en dus slap worden te voorkomen. Tevens vormt de paraffine een beschermlaag tegen schimmels en parasieten In Nederland zijn de aangevoerde knolwortels ca. 20 tot 50 cm lang. De consument heeft de voorkeur voor de kleinere maten.
Consumptie en toepassing
Van de plant worden de jonge bladeren en stengeltoppen als groente gegeten. De wortelknollen zijn in genoemde gebieden echter het belangrijkste volksvoedsel. De cassave is net zo belangrijk als bij ons de aardappel. De wortelknollen worden geschild en gekookt. In plakjes gesneden, gebakken en of gefrituurd.
Omdat de wortelknollen heel veel zetmeel (20-40%) bevatten wordt ze tevens gebruikt om er tapioca van te maken. De naam tapioca is afkomstig van de Braziliaanse indianen, die de knol de naam tipioka gaven.
De wortels bevatten veel zetmeel en worden geraspt om van het op deze wijze verkregen ( tapioca meel ) pulp/meel,koeken of broden te bakken.
Ook kan van het gedroogde meel een plantaardige kroepoek gemaakt worden die in Indonesië  Kripik genoemd wordt.
Dit is meel dat gebruikt wordt bij de bereiding van heel veel gerechten en producten. De wortels zijn dik en onregelmatig gevormd. Ze hebben een bruine of vuilwitte kleur.
De Cassave bevat het giftige blauwzuur, dit gif zit voornamelijk in de schil en verdwijnt bij verhitting. De bittersmakende knollen bevatten meer blauwzuur   (Hydrocyanide HCN)  dan de zoete variëteiten.
Om tapioca te maken wordt de knol geraspt, gewassen, vermalen en gedroogd. Door het wassen lost het blauwzuur op. Het dan gewonnen meel is te gebruiken als bindmiddel of als basis voor het maken van koeken en cassavebrood.
Voedingswaarde
Per 100 gram is de voedingswaarde:
Energie 252kj/ 60 Kcal
Eiwit 6.9 gr.
Calcium 145 mg
IJzer 2.8 mg
Vit. A 8.3 mg
Vit. C 2.8 mg
Rassen
Er bestaan geen rassen. Wel zijn er twee typen cassave te onderscheiden: de zoete en de enigszins bittere. De bittere wortels bevatten het vergiftige blauwzuur (HCN).Bij de zoete variëteiten zit deze stof alleen in de schil.
In de literatuur wordt er onderscheidt gemaakt tussen de bittere en de zoete variëteiten.
Manihot dulcis voor de zoete variëteit
Manihot esculenta voor de bittere variëteiten
In Indonesië en Brazilië onderscheid de lokale bevolking een tiental variëteiten. Het is onduidelijk of je hier van echte rassen kunt spreken.
De houdbaarheid,mits de knollen gaaf en vers zijn is bij een temperatuur van Ca. 10° C. twee tot drie weken.
Aanvoer is het gehele jaar mogelijk o.a. uit de landen in
Z.O.Azië. en Zuid Amerika

 

Chayote

Unicode

Chayote Cucurbitaceae   
(Sechium edule)

Engels: Choco, Choyote
Duits; Chayote, Stachelgurke,
Frans: Cristofini, Choyote
Spaans: Chayote, Chinchayote,Cidrayota
Portugees: chuchú

Ook bekend als:
Laboe Siam – Labu Siam – Christophene – Xuxu – Chocho – Mirliton-Labae Siem-Waloeh djepan Choco, Xuxu, Alligator pear, Kajot, Choke, Merliton, Christophine, Vegetable pear, Pepineca

Familie
Chayote behoort tot de familie van de Cucurbitaceae, in het Nederlands de komkommerachtige. Deze familie heeft meer dan 1.000 soorten. Vele van deze soorten produceren eetbare vruchten. Tot de groentengewassen behoren o.a.: komkommer, courgette, augurk, patisson en pompoen.

Kenmerkende eigenschappen van deze familie zijn:
*  Kruidachtige planten; kruipend of klimmend.
*  Relatief zware besvruchten, sommige behaart en/of gestekeld.
*  Natuurlijke groeigebieden zijn de warme klimaatgebieden;
Herkomst
De oorsprong van de chayote moet gezocht worden in het bergland van Mexico, Midden Amerika en Brazilië.
De Azteken gebruikte de vruchten al in de oudheid als groenten. De Spaans veroveraars hebben de chayote verspreid over de rest van de toenmalig bekende wereld.
Uiterlijke kenmerken
Een in Nederland minder bekende vrucht. Het is een geelachtige groene, peervormige vrucht. De chayote heeft een wat rimpelige huid waarop kleine stompe, wratachtige stekeltjes zitten.

Het vruchtvlees is rondom de pit wit en verloopt richting schil naar lichtgroen.
De smaak is te vergelijken met de smaak van komkommer, soms ook met de smaak van courgettes. Het sap is een wit en slijmerig. De vruchten wegen maximaal 500 gram.
Consumptie en toepassing
De pit is smal en langgerekt. De pit wordt harder naarmate de vrucht groter en rijper wordt. Is de pit zacht, dan kan die gekookt gegeten worden. Harde pitten zijn niet eetbaar.
Onder stromend water schoonmaken voorkomt dat het slijmerige sap snel verkleurt.
Vers: Grote vruchten schillen en in schijfjes snijden. Om verkleuring te voorkomen besprenkelen met lime- of citroensap, want het vruchtvlees oxideert heel snel.
Gekookt:Vruchten halveren, koken en uithollen. Vruchtvlees vermengen met vlees- of visgerechten. De uitgeholde vruchthelften vullen met deze compote. Kan warm of gekoeld geserveerd worden.
– Verse schijfjes koken in een suikeroplossing en gekoeld als dessert gebruiken.
Voedingswaarde
Per 100 gram product
Energie  30 kcal/125 Kj
Vit. C   20 mg
Vit B6  15 mg
Vit A   114 IU
Vet  3 gr.
Calcium  34.5 mg
Enkele rassen zijn :
Enkele bekende variëteiten met gladde schil zijn: ‘Round White’, ‘Long White’
‘Broad Green’, of ‘Oval Green’ , Florida Green en Monticello White
De chayote met de gestekelde schil is: ‘Pointed Green’,
De chayote wordt per zeetransport vervoerd. Om een goede overtocht te garanderen is een temperatuur van 5°C tot 7 ° C noodzakelijk . De RV is tussen de 85 en 90 % .Onder deze omstandigheden kan de chayote tot maximaal twee maanden bewaard worden.

 

Cherimoya

Unicode


Cherimoya
(Annona cherimola  Mill.) fam. Annonaceae.

Nederlands: cherimoya
Frans: chérimole,Anone
Duits: Cherimoya
Spaans:  cherimoya,Anona blanca,Chirimoya
Engels: cherimoya
Maleis: Sirkaja
Portugees: Graveole

Cherimoya behoort tot de familie van de Annonaceae. Deze familie heeft meer dan 2000 soorten. Verscheidene van deze soorten produceren eetbare zure of zoete vruchten.
De vruchten van het geslacht Annona groeien aan middelgrote bomen.

Uiterlijk:
De vrucht is hart- tot bolvormig.  Meestal is de schubstructuur niet erg opvallend.  Het vruchtvlees is wit, met zwarte zaden.  Er zijn veel kruisingen met andere annona soorten, waardoor veel vruchten het midden houden tussen deze soorten.
Kenmerkende eigenschappen van deze familie zijn:
Samengestelde vrucht. Deelvruchten die samengegroeid zijn tot een geschubde op een grote dennenappel gelijkende vrucht. Soms zijn de vruchten enigszins gestekeld (o.a. zuurzak).
De schil is groen tot licht paars. Deze verkleurt bij rijping naar groen/zwart.
Het witte romige vruchtvlees bevat daarnaast veel vruchtensuiker( fructose). In dit vruchtvlees bevinden zich harde zwarte pitten, de zaden, die vrij los in dit vruchtvlees zitten. Deze zijn oneetbaar.
De smaak van het vruchtmoes is zeer zoet en lijkt op die van aardbeien met slagroom.

 

Unicode

Gebruik:
De cherimoya wordt vooral vers geconsumeerd, maar soms wordt soms verwerkt in ijs of milkshakes.  De vrucht kan bijvoorbeeld ook in combinatie met ham als voorgerecht worden gebruikt.  De smaak is zoet tot zoetzuur en heerlijk romig.

Herkomst:
Van oorsprong afkomstig uit Zuid- en Midden-Amerika. Inmiddels komt het geslacht Annona ook voor in: Israël, Spanje, Thailand en Indonesië. Deze vrucht werd al door de Inca’s in de oudheid verbouwd, wat blijkt uit archeologische opgravingen. .
Indiaanse kwekers hebben de vrucht voor het eerst in cultuur gebracht. Tegenwoordig wordt de cherimoya in diverse landen met een tropisch en subtropisch klimaat verbouwd.
Bekende familieleden die sporadisch ook op de  Hollandse markt te koop worden aangeboden zijn de custardappel, de zoetzak en de zuurzak.  Daarnaast zijn er nog veel kruisingen met andere Annonasoorten gemaakt, zoals met de zoetzak.

Teelt:
De boom kan tot 10 meter hoog worden.  De cherimoya verliest zijn blad in het droge seizoen en is nict geschikt voor het tropisch laagland.  Hij kan ook in de subtropen groeien.  De plant overleeft lichte vorst.  Cherimoya prefereert een lichte grond.  Ook als kamer/kuipplant.

Algemene koopinfo:
De cherimoya wordt het hele jaar door op de Nederlandse markt verkocht.  Hij wordt ingevoerd uit Spanje, Portugal, Israel, Brazilie, Thailand en Indonesie.  De vrucht is rijp als de schil bruin/zwart begint te verkleuren.  Bij lichte druk geeft het vruchtvlees dan mce.

Rassen
De Cherimoya is de meest voorkomende vrucht op de Europese handelsmarkten, omdat deze weliswaar kwetsbare vrucht zich het best leent om getransporteerd te worden.
Het is een hartvormige vrucht met een groene schil. Deze schil is lederachtig en tevens geschubd. Deze schubben liggen dakpansgewijs over elkaar heen en vormen één geheel met elkaar. De doorsnede van de vruchten varieert van 10-15 cm. Het gewicht per vrucht varieert van 250 – 600 gram. Bij rijping kleurt de schil paars/zwart door.
De vruchten van de Annona worden nog niet onder rasnaam verkocht.
De bekendste rassen die naar Europa geëxporteerd worden zijn o.a. “Concha Lisa”,
“ Bronceado “ , “Pinã” , “ Pococay” , “ Terciopelo” , “ Copucha” ,  en “ Champa”.
Op Madera en de Canarische Eilanden zijn de rassen “ Mammilate” en “ Canaria” wereldberoemd. Deze vruchten zijn ca. 7 tot 15 cm lang. Het grootste deel van de oogst is bestemd voor export naar Engeland.

Bewaring:
De vruchten zijn enige dagen bij kamertemperatuur te bewaren.  Bij die temperatuur rijpen ze ook nog na.  De cherimoya is gevoelig voor lage temperatuurbederf . Dus nooit in de koelkast bewaren.  Een rijpe vrucht kan het beste bij een temperatuur van 12-18 graden worden bewaard.

Algemene voedingsinfo:
Snijd de vrucht in de lengte open en verwijder de pitten.  Lepel het vruchtvlees uit de schil.  Om verkleuring van het vruchtvlees te voorkomen , kunt u dit besprenkelen met een beetje limoen- of citroensap.
Voedingswaarde per 100 gram:
Water: 73,5 gr.
Eiwit: 1,3 gr.
Vet: 0,4 gr.
Koolhydraten: 24 gr.
Calcium: 15 mg.
IJzer: 0,6 mg.
Fosfor: 40 mg.
Vit.C: 9 mg.
Energie: 394 Kjoules