Fruit – Appels ‘S’

Schone van Boskoop

Schone van Boskoop Dit appelras, dat ook bekend staat als Goudreinette, Goudrenet, Schöner von Boskoop, Belle de Boskoop, Boskoop en Reinette van Montfoort, komt voor in typen met verschillende kleuren: groengeel, geel geblost en rood. De geel gebloste mutanten heten ook wel Verheul, Kalfs, Vogelaar en Lambrechts; de rode Schmitz Hübsch en Bieling. Het gaat altijd om grote, stevige appels met geel, sappig en friszuur vruchtvlees. Ze zijn zowel geschikt als handappel als voor allerlei vormen van verwerking. De aanvoer, uit diverse productiegebieden, valt tussen oktober en begin april.
Rode Boskoop c.q. Rode Goudreinette

Unicode
Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’

Deze Boskoop is ook bekend geworden onder de naam Boskoop Bieling.

Omdat het uiterlijk van de vruchten van deze Boskoop als aantrekkelijker wordt beschouwd dan dat van de andere Boskoop-typen worden er in het algemeen hogere prijzen voor betaald. Voor deze Boskoop bestaat de meeste belangstel­ling.

De vruchtvorm lijkt iets platter dan die van de andere twee typen. Bij deze Bos­koop komen aanzienlijk minder groene vruchten voor dan bij de Rode Boskoop en de Schone van Boskoop. De vruchtkleur is duidelijk egaler en paarsrood; de vruchten hebben in het algemeen meer netvormige verruwing dan de vruchten van de andere twee typen. Het vruchtvlees is wat droger dan bij de andere Bos­koop-typen.

Rode Boskoop

Tot deze groep behoren de onderling nauwelijks te onderscheiden mutanten Verheul, Kalfs, Lambrechts en Vogelaar. Deze mutanten zouden als geblost kun­nen worden omschreven. De vruchten bezitten in het algemeen iets meer rode blos dan de vruchten van Schone van Boskoop; toch kunnen veel groene vruch­ten voorkomen.

Schone van Boskoop is een produktieve Bewaarappel met een door velen van oudsher gewaardeerde friszure smaak; het ras is bovendien zeer geschikt voor alle soorten van verwerking.

In de volksmond is Schone van Boskoop eigenlijk alleen bekend onder de naam Goudrenet of Goudreinet(te). De naam die in het verleden als eerste aan een ras werd toegekend wordt geacht de juiste naam te zijn. Daarom is Schone van Bos­koop de enige juiste naam en moeten de namen Goudrenet en Goudreinet(te) als synoniemen worden aangemerkt.

Van Schone van Boskoop zijn reeds lang veel vruchtkleurmutanten bekend. Deze mutanten worden in drie groepen onderscheiden; ze worden hierna be­schreven.

Daarnaast zijn de laatste jaren en recent nog andere vruchtkleurmutanten van Schone van Boskoop bekend geworden. De oudste daarvan is Rode Boskoop ’Superkalfs’ die sinds 1982 wordt uitgegeven. Deze mutant wijkt op veel punten niet of nauwelijks af van Rode Boskoop en Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’. In vergelijking met de andere Boskoop-typen is de vruchtkleur echter intenser donkerrood tot wat paarsrood, tijdens de bewaring overgaand naar een meer helderrode blos. De vruchtschil is zeer glad. Het ontbreken van de verruwing en het type blos maken dat deze mutant nauwelijks meer als een Boskoop-type te herkennen is.

Binnen de Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’ zijn recent de mutanten Bielaar en Welbo (= Wellner) bekend geworden. De onderzoekervaring met beide mutan­ten is nog te beperkt om tot aanbeveling te kunnen overgaan. Bij beide mutanten is sprake van een hoger percentage rode blos in vergelijking met de gewone Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’. In buurlanden wordt ook wel Rode Boskoop Bakker geplant. Deze vruchtkleurmutant lijkt op Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’, maar heeft minder verruwing en is minder beurtjarig dan Rode Bos­koop ’Schmitz Hübsch’.

De hierna volgende beschrijving betreft die van Schone van Boskoop in zijn al­gemeenheid (groen-geel type). Bij de daarna volgende beschrijvingen van Rode Boskoop en Rode Boskoop ’Schmitz Hübsch’ worden de verschillen tussen de mutanten onderling en Schone van Boskoop aangegeven.

Het is een Hand- en Moesappel.

Schone van Boskoop 1-20-©

Grote forse vrucht, onregelmatig van vorm, meerdere typen, waarbij vormen die breder zijn dan hoog, andere hoger dan breed.

Kleur overwegend groen/geel met roestbruin, met aan de zonzijde rood gekleurd met tal van varia­ties, soms ruwe schil.Het vruchtvlees stevig en zuur; goede Handappel; ook geschikt voor moes, sap, ap­pelbollen, appelcarrés, appeltaart en appelsalades.

Topaanvoer van november tot eind januari uit de koelcel, daarna tot eind februari uit de ge­scrubde CA-cel.

De Rode Boskoop en Rode Boskoop Schmitz Hübsch zijn gevoelig voor zacht, stip, scald, lage-temperatuurbederf en klokhuisbruin. De kans op scald kan wor­den verkleind door op tijd te plukken. De kans op klokhuisbruin wordt vergroot naarmate het C02-gehalte hoger is. Scald en klokhuisbruin worden onderdrukt bij ULO-bewaring. Groene Boskoop kan een graad lager worden bewaard dan de rode in verband met de mindere gevoeligheid voor lage-temperatuurbederf. In de koelcel kan Boskoop bewaard worden bij 4 tot 5 °C tot eind januari. Met ge­scrubde CA-bewaring bij 4 à 5 °C kan dit worden verlengd tot eind februari. Het CO2-gehalte moet dan onder de 1% gehouden worden en het 02-gehalte mag niet boven de 3% komen. Bij ULO-bewaring mag het 02-gehalte niet onder de 1,2% komen. Het CO2-gehalte moet zo laag mogelijk worden gehouden in ver­band met de grotere gevoeligheid voor C02. De bewaarduur van Boskoop is met ULO te verlengen tot eind maart bij 4 tot 5 °C.

Geschikt voor alle soorten verwerking en een waardevolle Dessertappel, gevoe­lig voor kurkstip en schilbruin. In holle vruchten kan klokhuisschimmel voor­komen.

 

Spartan

Een dofrode vrij grote Handappel die goed bewaard kan worden.

Vrij groot van stuk en regelmatig van vorm.

Schilkleur is dofrood tot paars, op een gele ondergrond, met waslaag, na een langere bewa­ring wordt de kleur wat helderder rood.

Wit vruchtvlees , zacht, sappig, met een MacIntosh-aroma en redelijk van smaak.

Aanvoer vanuit de koelcel van november tot januari, daarna tot april vanuit de CA-cel­len.

Is gevoelig voor L.T.B. en zacht.

Een donkerrode Bewaarappel, met een wisselende, gewaardeerde smaak.

 

Starking

Deze Handappel is een mutant van de Red Delicious en roodschillig op een groen/gele grondkleur. Het sappige groen/gele vruchtvlees is zoet met een nau­welijks waarneembaar zuur en zwak aroma.
Van deze mutant zijn de volgende roodschillige mutanten afkomstig: Star­krimson, Redspur, Hardy Spur, Hi Early, Evarts Red, Red Queen, Ryan Red, Harold Red, Imperial Double Red en Super Starking Delicious.

Behalve in de Verenigde Staten en Argentinië wordt deze appel ook geteeld in Italië, Duitsland en Engeland. De ‘Starking’ is vaak hoger dan hij breed is; de kleur is geeloranje met een helderrode blos. Het witte tot geel witte vruchtvlees is sappig en zoetzuur van smaak. De aanvoer van deze handappel vindt vrijwel het gehele jaar door plaats.

 

Sterappel

Unicode


Een oud appelras dat, waarschijnlijk om nostalgische redenen, hier en daar bezig is aan een comeback. Het is een brede appel met een helderrode schil vol kleine stipjes. Het zoete, lichtaromatische vruchtvlees is wit, met rode strepen rondom het klokhuis. Als het wordt meegestoofd of gebraden kleurt het rood; een van de redenen waarom dit ras nogal gevraagd is bij restauranthouders. De (beperkte) aanvoer vindt plaats tussen oktober en januari.

De Sterappel .

Een van die “verdwenen”rassen is de veelgeprezen Sterappel. Nostalgie voor vele die deze schitterende appel zich kunnen herinneren uit vervlogen tijden. Maar niet getreurd, de laatste jaren op beperkte schaal weer verkrijgbaar. En niet onbelangrijk is dat appels met rood vruchtvlees steeds meer in de belangstelling staan.

De sterappel is voor het eerst beschreven in 1830 . Vermoedelijk ontstaan in Zuid Limburg ,regio Maastricht of in België in de buurt van Luik en St. Truiden. Maar is zeker ouder. Het aantal synoniemen voor deze appel is groot,enkele zijn :

Nederland : Sterappel- Binnenrode

België Vlaams : Binnenrooikes – Rooi Hanneskes-

België Waals : Rouge Etoilée – Reinette Etoilée

Duitsland : Herzapfel – Ster Apfel – Roter Sternrenette

Engeland: Early Red Calville

Frankrijk : Reinette rouge étoilée

Een van de redenen dat de sterappel uit de het standaard assortiment is verdwenen is de moeilijke teelt.

De Sterappel is alleen geschikt als hoogstamboom,De groei is langzaam en geeft tamelijk kaal,steil en fijn hout. Wat voor snoei en oogst een nadeel is. Verder is het een nadeel dat de boom laat vruchtbaar is ,soms pas na 10 jaar, maar heeft vanaf dan wel een regelmatige vruchtdracht. De boom kan slecht tegen “natte voeten “ , een hoge grondwaterstand is funest. Hoewel in 1948 de sterappel als een waardevol ras in de Nederlandse rassenlijst is vermeld,wordt deze in 1957 als onvoldoende van deze lijst afgevoerd.

Sturmer Pippin

Een groene appel met rode blos, bij rijpheid meer geel met blos. Zeer geschikt voor langdurige opslag. Het harde sappige vruchtvlees is zeer aromatisch en fris zoet.

Beschikbaar: Import van midden april tot midden juli.

 

Summerred

Summerred Vakantie 2011 079-©

De ‘Summerred’, een kruising van de ‘Golden Delicious’, is een tamelijk recent ras. De vrucht is groot, langwerpig en, bij voldoende zon tijdens het rijpings proces, dieprood van kleur; het vruchtvlees is tamelijk stevig, wit, sappig en smakelijk. De ‘Summerred’ is een zomerappel voor verse consumptie. De aanvoer vindt plaats van begin september tot half oktober.

 

Suntan

Een platronde Handappel waarvan de smaak tegenvalt en die uiterlijk doet den­ken aan Karmijn de Sonnaville.
Platrond van vorm , heeft een korte vlezige steel.
Geel van kleur  met daarop een matig- tot grote karmijnrode blos, heeft bijna altijd verru­wing rond de kelk hetgeen soms uitloopt over de vrucht.
Geelwit vruchtvlees , sappig, hard en zuur.
Aanvoer van  oktober tot januari.
Is vatbaar voor bruinverkleuring in de schil en voor zachtrot en kurkstip.
Het ras doet uiterlijk sterk denken aan Karmijn de Sonnaville, de smaak valt te­gen, de Appel is hard en zuur.

 

Sweet Caroline

Unicode

Sweet Caroline (Zoete Lien)

Een mooie, grote zoete Appel die zeer geschikt is om te koken en te drogen.

Groot van maat , mooi, vrij hoog en regelmatig gevormd.

Schilkleur is witgeel met rose tot helderrode blos.

Wit vruchtvlees, zoet en matig sappig.

Aanvoer van november tot maart vanuit de koelcel.

Goed te bewaren bij 4 °C in de koelcel.

Een zoete Handappel die maar matig geschikt is als stoof- en stoofpotappel, ge­schikt voor bakken en ongeschikt voor moes en een goede kookappel.

De minder gekleurde vruchten zijn slecht van smaak.

 

SweeTango®

De SweeTango® is een handelsmerk voor de marketing van de Minneiska appel, en MN1914 is het nummer waar onder de proeven gedaan werden op de Universiteit van Minnesota.

Het is een kruising tussen twee populaire rassen, de Honeycrisp en de Zestar.
De smaak van de appel is volgens David Parrish, voorzitter van Scotian Gold Coöperatieve, geweldig. “De SweeTango heeft de sappige bite van de Honeycrisp in combinatie met een zoet/zure smaak.” Volgens hem is de smaak van de appel zeker uniek en een tikkeltje complex.

Minneiska is voor 70 tot 80 procent rood geblost met een geelgroene ondergrond.

“Deze appel kan heel vroeg rood kleuren, zo’n drie tot vier weken voor wat wij beschouwen als de juiste pluktijd, laat u niet misleiden door de kleur”.

De appel heeft geen last van beurtjaren, is middelgroot maar kleiner dan de Honeycrisp. De textuur is een van de beste aspecten van de appel.

Smaak is een van haar sterke punten, maar dat wordt bepaald, net als bij elke appel, door het juiste pluktijdstip.

“Het is een iets zuurdere appel dan Honeycrisp met een hoogzuur en hoogsuiker gehalte en dat geeft u een intensere ervaring dan het eten van Honeycrisp”.
SweeTango werd ontwikkeld door veredelaars van de Universiteit van Minnesota en zal volgend jaar herfst in beperkte volumes beschikbaar zijn. SweeTango is een vroege appel die begin september in Canada  geoogst wordt.