Groenten – met een ‘S’

Schorseneren

Unicode

 

Schorseneer (Scorzonera hispanica) Compositae
ENGELS: Scorzonera, black salsify
FRANS: Scorsonère, salsifis
DUITS: Schwarzwurzel
OMSCHRIJVING: Ongeveer 40 cm lange, rechte, witvlezige wortels met een
bruinzwarte huid.  Ze bevatten veel melksap en inuline, een saccharide die
bestaat uit fructosemoleculen.
“KEUKENMEIDEN-VERDRIET”
Schorseneren werden vroeger keukenmeiden-verdriet genoemd omdat er bij het schillen een melkachtige  stof wordt afgescheiden, die aan handen en mes plakt.  Ook laten de wortels donkere plekken achter op de handen.  Plastic handschoenen dragen is geen overbodige luxe tijdens het schillen!
Het schoonmaken gaat als voigt: Schorseneren schoon borstelen en hierna
schillen met een dunschiller.  Direkt na het schillen van een wortel, deze
in een kom met water en een scheut azijn of melk leggen, om bruinverkleuring
te voorkomen.  Kook de schorseneren ± 20 minuten in water met een scheut
azijn of melk om ze ook blank te houden tijdens het koken.  Schorseneren
worden meestal in stukjes van 4-6 cm opgediend.  Schorseneren kunnen ook
in de schil worden gekookt.  Kook ze in dat geval – na het schoonborstelen
in ruim water met wat zout en een scheut azijn gedurende ± 20 minuten.
Spoel ze af onder koud water en ontvel ze als gekookte biet.
De teelt van dit oorspronkelijk uit Spanje afkomstige gewas is voor het
overgrote deel voor export naar België en Duitsland bestemd. Daar wordt het
overgrote deel geconserveerd.
De liefhebbers van dit produkt noemen de Schorseneer: Winterasperge.
PRODUKTIE: België, Nederland, Frankrijk.
AANVOER: Oktober tot  apri1.

HOUDBAARHEID: Niet al te rijpe wortels kunnen vrij lang gekoeld worden
bewaard, tot vier maanden bij   0- 1 °C en een hoge luchtvochtigheid.

VOEDINGSWAARDE: Per 100 gr. 287 kj/68 kcal; 15 gr. koolydraten; 1 g eiwit;
0, 5 g vet; 6o mg calcium; 1,5 mg ijzer; 5 mg vitamine C.

Rassen
Verbeterde Reuzen Nietschieters Een hoofdras met verschillende selecties,
zoals
Belstar Super,    Maxima, Flandria,Keukenfee,Omega,Prodola    Negro,
Torpedo en Triplex.
Alle hebben gladde, lange en  vrij uniforme wortels.  De onderlinge
verschillen zijn alleen van belang voor de teelt.
Lange  Jan  Een zeer produktief ras met een cilindrische of
omgekeerd conische wortel met een stompe punt.

 

Slabonen

 

P1050053-©

(Phaseolus vulgaris L.)  Leguminosae
ENGELS: Dwart and pole snapbean
FRANS: Haricot nain et à rames mange-tous
DUITS: Buschbohne und Stangenbohne
OMSCHRIJVING: Bijna ronde ovale, of platte vrij lange peulen, die meestal
groen zijn maar ook botergeel of paars van kleur kunnen zijn, afhankelijk
van het ras.  De meeste moderne rassen hebben geen draad meer op rugen en
buiknaad.  Er zijn witzadige en gekleurdzadige rassen.  De sperzieboon wordt
ook wel slaboon of prinsesseboon genoemd.
Deze bonen behoren tot de belangrijkste groenten, niet alleen voor de
directe consumptie, maar ook omdat ze op één na, de doperwt, het
belangrijkste produkt voor de conservenindustrie zijn.
Wanneer over Slabonen wordt gesproken, is het goed te weten dat er die
bonen bedoeld worden waarvan de nog onrijpe peul met de daarin zittende
onrijpe zaden worden geconsumeerd.
Naar gelang de dikte van de scheden spreekt men over Enkele en Dubbele
Slabonen.
Om als groenten te kunnen dienen, maakt men gebruik van de soorten uit de
weekschillige groep met witte zaden.
Weekschillig wil zeggen dat de peulen tijdens de groei vrij lang zacht/mals
blijven. Het voordeel van de witte zaden is: ‘een mooier produkt na het
koken’.
De hardschillige groep, waarvan de peulen juist snel vliezig/hard worden,
teelt men hoofdzakelijk voor de droge zaden, bijvoorbeeld Bruine Bonen.
Deze groep zaden zijn  bekend als peulvruchten.
De enkele Slabonen worden ook wel Prinsessenbonen genoemd.
Algemene kenmerken van de Slabonensoorten
Enkele Stam- of Stokslaboon
Een 10 tot 14 cm lange smalle platte peul met een zeer dunne peulwand
(enkel). De peulen hebben een bobbelig uiterlijk met diepe insnoeringen
door de verdikkingen van de zaden.
Bij de kwaliteitsbeoordeling dient men er goed op te letten of de peulen
niet te hardvlezig zijn. Omdat de peul minder vlezig is, zijn deze ook
vlugger van mindere kwaliteit dan het uiterlijk doet verwachten.
Dubbele Stam- of Stokslaboon
Een 10 tot 20 cm lange vrije ronde peul met een dikke vlezig vrij ronde
peulwand. Door de dikke peulwand zijn de zaden amper zichtbaar. Voor de
dubbele Stokslaboon geldt een nog dikkere vleziger en daardoor rondere
peulvorm dan de dubbele Stamslaboon.
Slabonen worden voor consumptie gebroken, vandaar de naam ‘breekboontjes’.
Slabonen zijn over het algemeen groen van kleur, met uitzondering van de
was- of Boterboon, met goudgele peulen, die als groente bereid, flauw van
smaak zijn!
Purple Queen, met paarse peulen, die tijdens het koken groen worden.
De consumptie-kwaliteit hiervan is goed tot zeer goed.
Slabonen zijn gevoelig voor Lage Temperatuur Bederf (L.T.B.). Ze kunnen
daarom slechts een korte tijd beneden de 6°C gekoeld worden, terwijl bij
bewaring boven de 6°C spoedig geelverkleuring optreedt.

GEBRUIK:Gekookt als groente. In groentesalade, soepgroenten, geconserveerd in blik en glas, diepgevroren, gezouten en gedroogd.

VOED1NGSWAARDE: Per 100 gr.149 kJ/36 kcal; 5 gr. koolhydraten 3gr. eiwit;
0,4 gr. vet; 40 mg calcium; 1 mg ijzer; 10 mg vitamine C.
N.B.: Verse Slabonen zijn goed van kleur, voelen stevig aan en zijn in de
hand gemakkelijk te breken. De zaden zitten niet voelbaar los in de schil.

RASSEN:
Het rassenaanbod is zeer groot  Naar peulvorm en kleur onderscheiden we de volgende typen:
Enkele sperzieboon, groen
Tamelijk fijne, platte peulen met duidelijk zichtbare zaadkernen en een goede consumptiekwaliteit.  Bij beroepstuinders steeds minder in zwang.
Laagblijvende rassen(Stambonen of Polbonen) onder andere Amateur en Perfecto;
Stokbonen (Staakbonen) ondermeer Rentegevers en  Mechelse Tros.
Dubbele sperzieboon,groen
De peulen van dit type zijn wat ronder en vleziger; de zaadkernen zijn van buitenaf niet of nauwelijks zichtbaar.
Bekende laagblijvende rassen: Centrum, Impala, Cantara,Tipper,Monica,MontanoPrelude en Fran-Toccata;
Stokbonen: Aromata, Chantal, Cunera,Flavour,Novax,Largo en Situla.  Het aanbod op de verse markt bestaat voornamelijk Uit het dubbele type.
Chinese boontjes, groen
Fijnpeulige rassen,waarvan de peulen in hun geheel worden gegeten
De peulen worden niet vliezig maar kunnen wel vergelen en taai worden.  Op de verse markt beperkt verkrijgbaar; hoofdzaak bestemd voor de conservenindustrie.
Haricot vert Een Frans type stamboon met lange, rechte, dunne en platovale peulen.  In uitgegroeide toestand zijn ze niet geschikt voor de consumptie; in jonge
Toestand als ‘naaldbonen’ geoogst zijn ze echter van zeer goede kwaliteit.
Contender Een Amerikaans ras van een type, dat vrij grove, vlezige en flauw sma-
ende peulen draagt, In ons land nauwelijks gekweekt, maar in de wintermaanden wel aangevoerd uit bijvoorbeeld Afrikaanse landen Processor is eveneens een Amerikaans ras met grove, flauw smakende peulen.
Wasboon Onder was- (wax)of boterbonen worden rassen verstaan met goudgele peulen.  Als groente bereid zijn ze flauw van smaak.  In Zuid Duitsland worden ze veel in het zuur gelegd en dan verwerkt in koude groentesalades e.d.
Nieuwere rassen ziin Constanza, Dorina ,Goldfish,Minidor,Orinoco en Verbano.
Oudere rassen : Wachs Mont d’Or en Brittle Wax.
Purple Queen.  Een laagblijvende sperzieboon met paarse peulen,die tijdens het koken groen worden.De consumptie kwaliteit is goed tot zeer goed.

Slabonen /Sperziebonen

P1070983-BorderMaker Slabonen

(Phaseolus vulgaris L. ) Leguminosae
ENGELS:
Dwart and pole snapbean
FRANS: Haricot nain et à rames mange-tous
DUITS: Buschbohne und Stangenbohne
OMSCHRIJVING: Bijna ronde ovale, of platte vrij lange peulen, die
meestal groen zijn maar ook botergeel of paars van kleur kunnen zijn,
afhankelijk van het ras.  De meeste moderne rassen hebben geen draad meer
op rugen en buiknaad.  Er zijn witzadige en gekleurdzadige rassen. 
De slabonen zijn eenbelangrijke groenten, niet alleen voor de
directe consumptie, maar ook omdat ze op één na, de doperwt, het
belangrijkste produkt voor de conservenindustrie zijn.
Wanneer over Slabonen wordt gesproken, is het goed te weten dat er die
bonen bedoeld worden waarvan de nog onrijpe peul met de daarin zittende
onrijpe zaden worden geconsumeerd.
Naar gelang de dikte van de scheden spreekt men over Enkele en Dubbele
Slabonen.
Om als groenten te kunnen dienen, maakt men gebruik van de soorten uit
de weekschillige groep met witte zaden.
Weekschillig wil zeggen dat de peulen tijdens de groei vrij lang zacht/mals
blijven. Het voordeel van de witte zaden is: ‘een mooier produkt na het
koken’.
De hardschillige groep, waarvan de peulen juist snel vliezig/hard worden,
teelt men hoofdzakelijk voor de droge zaden, bijvoorbeeld Bruine Bonen.

De Slabonen die als groenten worden gebruikt, worden naar groeiwijze
verdeeld in:
1. enkele Stamslabonen,
2. dubbele Stamslabonen en
1. enkele Stokslabonen,
2. dubbele Stokslabonen.

Prinsessenboontjes-©

Prinsessenbonen

De enkele Slabonen worden ook wel Prinsessenbonen genoemd.
Algemene kenmerken van de Slabonensoorten
Enkele Stam- of Stokslaboon
Een 10 tot 14 cm lange smalle platte peul met een zeer dunne peulwand
(enkel). De peulen hebben een bobbelig uiterlijk met diepe insnoeringen
door de verdikkingen van de zaden.
Bij de kwaliteitsbeoordeling dient men er goed op te letten of de peulen
niet te hardvlezig zijn. Omdat de peul minder vlezig is, zijn deze ook
vlugger van mindere kwaliteit dan het uiterlijk doet verwachten.
Dubbele Stam- of Stokslaboon
Een 10 tot 20 cm lange vrije ronde peul met een dikke vlezig vrij ronde
peulwand. Door de dikke peulwand zijn de zaden amper zichtbaar. Voor de
dubbele Stokslaboon geldt een nog dikkere vleziger en daardoor rondere
peulvorm dan de dubbele Stamslaboon.
Slabonen worden voor consumptie gebroken, vandaar de naam ‘breekboontjes’.
Slabonen zijn over het algemeen groen van kleur, met uitzondering van de
was- of Boterboon, met goudgele peulen, die als groente bereid, flauw van
smaak zijn!

Purple Queen, met paarse peulen, die tijdens het koken groen worden.
De consumptie-kwaliteit hiervan is goed tot zeer goed.

OORSPRONG: Zuid Amerika.

PRODUKTIE: Italië, Frankrijk, Spanje, Roemenie, Engeland, Nederland,
België Verenigde Staten, Egypte en sommige Afrikaanse landen.

AANVOER: Het gehele jaar (meer dan 30 produktielanden).

GEBRUIK: De peulen eventueel ontdraden, wassen, al dan  niet in
stukken breken en koken.

HOUDBAARHEID: Niet bewaren in koelkast (lage-temcratuurbederf).  Op een
koele plaats 4 tot 5 dagen houdbaar.

VOED1NGSWAARDE: Per 100 gr.149 kJ/36 kcal; 5 gr. koolhydraten 3gr. eiwit;
0,4 gr. vet; 40 mg calcium; 1 mg ijzer; 10 mg vitamine C.
Slabonen zijn gevoelig voor Lage Temperatuur Bederf (L.T.B.). Ze kunnen
daarom slechts een korte tijd beneden de
6°C gekoeld worden, terwijl bij bewaring boven de 6°C spoedig
geelverkleuring optreedt.
N.B.: Verse Slabonen zijn goed van kleur, voelen stevig aan en zijn in de
hand gemakkelijk te breken. De zaden zitten niet voelbaar los in de schil.

RASSEN
Het rassenaanbod is zeer groot,op de Nederlandse rassenlijst staan meer dan 40 rassen beschreven. Naar peulvorm en kleur onderscheiden we de volgende typen:
Enkele sperzieboon, groen
Tamelijk fijne, platte peulen met duidelijk zichtbare zaadkernen en een
goede consumptiekwaliteit.  Bij beroepstuinders steeds minder in zwang.
Laagblijvende rassen onder andere Amateur en Perfecto; stokbonen ondermeer
Rentegevers en  Mechelse Tros.
Dubbele sperzieboon,groen
De peulen van dit type zijn wat ronder en vleziger; de zaadkernen
zijn van buitenaf niet of nauwelijks zichtbaar.  Bekende laagblijvende
rassen: Cantara,Centrum, Impala, Monica,Montano,Prelude en Fran-Toccata; stokbonen: Aromata,Cunera, Chantal,Flavour, Largo,Novax en Situla.  Het aanbod op de verse markt bestaat voornamelijk Uit het dubbele type.
Chinese boontjes, groen
Fijnpeulige rassen,waarvan de peulen in hun geheel worden gegeten
De peulen worden niet vliezig maar kunnen wel vergelen en taai worden.
Op de verse markt beperkt verkrijgbaar; hoofdzaak bestemd voor de
conservenindustrie.
Haricot vert Een Frans type stamboon met lange, rechte, dunne en platovale
peulen.  In uitgegroeide toestand zijn ze niet geschikt voor de consumptie;
in jonge toestand als ‘naaldbonen’ geoogst zijn ze echter van zeer goede kwaliteit.
Contender Een Amerikaans ras van een type, dat vrij grove, vlezige en flauw
smakende peulen draagt, In ons land nauwelijks gekweekt, maar in de
wintermaanden wel aangevoerd uit bijvoorbeeld Afrikaanse landen Processor
is eveneens een Amerikaans ras met grove, flauw smakende peulen.
Wasboon Onder was- of boterbonen worden rassen verstaan met goudgele peulen.
Als groente bereid zijn ze flauw van smaak.  In Zuid Duitsland worden ze
veel in het zuur gelegd en dan verwerkt in koude groentesalades e.d.
Nieuwere rassen ziin Constanza,Minidor,Orinoco,Verbano, Dorina en Goldfish; oudere Wachs Mont d’Or en Brittle Wax.
Purple Queen.  Een laagblijvende sperzieboon met paarse peulen,die tijdens
het koken groen worden.De consumptie kwaliteit is goed tot zeer goed.

 

Warmoes of Snijbiet

Snijbiet Rood 2-©

(Beta vulgaris subsp. vulgaris var. flavescens syn. cicla)
Frans: Blette, bette, côte de bette, poirée,
Duits: Mangold, Krautstiel, Stielmangold, Rippen-Mangold, Schnittenmangold, Beisskohl,
Engels: Chard, Swiss chard, Spinach beet, Leaf-Beet, Silver Beet, Rhubarb Chard,

De snijbiet of warmoes is een bladgroente die al bekend was bij de oude Grieken. Aristoteles de Griekse wijsgeer beschreef in de vierde eeuw vóór onze jaartelling de Rode snijbiet al als een voortreffelijke groente. Theophrastos zijn leerling noemt de licht-en donkergroene vormen als smakelijke verrijking op de dis . Deze Theophrastos wordt beschouwd als een van de eerste botanici, en wordt wel de “Vader van de plantkunde “genoemd. Maar het zijn de Romeinen die de groenten naar Midden en Noord Europa brengen. En van hieruit gaat het naar het verre oosten en China. De Nederlandse zeevaarders zaten toen al in het transport van AGF. In de Nederlanden van de 16e eeuw worden alle bladgroenten die gekookt gegeten worden “warmoes” genoemd.

De telers van deze groenten gewassen heten dan ook warmoezenier, en zij verkochten de eigen geteelde groenten op de markt in de Warmoesstraat.

De Snijbiet of warmoes is een tweejarig winterhard gewas. De jonge blaadjes kunnen al snel gegeten worden, gekookt als spinazie of rauw in een slamix of mesclun. Wanneer de plant volledig is uitgegroeid, zijn de bladeren 30 tot 45 cm lang. De volwassen bladstelen (ribben)worden op diverse manieren verwerkt. Koken, smoren of wokken. De ribben zijn gekookt een smakelijke groenten die veel culinaire toepassingen kent.  De in lengte gesneden repen omwikkeld met een plakje rookspek zijn niet te versmaden. Ook in kleine reepjes of stukjes gesneden in de wok met andere groenten en stukjes kip, simpel maar lekker. De smaak is wat kruidiger en steviger dan spinazie.

Nederlandse aanvoer van de volle grond tussen mei en oktober. Kasteelt en import uit o.a. zuid Europa maken een jaar rond aanvoer mogenlijk.

De snijbiet is 3-5 dagen te bewaren bij 0° tot 2°C en een RV van 95%.

VOEDINGSWAARDE: Per  100gr. : 118 kj/28 kcal;
3 g koolhydraten; 3 g eiwit;  0,4 g vet; 87 mg calcium;
4 mg ijzer; 2 mg vitamine A;  3 5 mg vitamine C.

Er worden een aantal rassen in Nederland geteelt en soms ook onder rasnaam verkocht.

De bekendste rassen in Nederland zijn :
Gewone Groene
Een oud ras met glad, groen blad en dunne, groene bladstelen. Alleen geschikt voor de teelt van jong blad; de bladproductie is hoog.
Lucullus Ras met geelgroen, gekroesd blad en stevige bladstelen. De consumptiekwaliteit is beter dan die van de Gewone Groene, maar de bladproductie is minder. Het jonge blad is rauw uitstekend van smaak.
Rhubarb Chard Een rode snijbiet, iets later dan de twee al genoemde rassen en met een lagere opbrengst en een minder krachtige groei.
Yellow Een helder gele snijbiet met donkergroen gelobd blad. Wordt meestal aangeboden in een mix van kleuren als Bright Lights Chard.
Rainbow Chard
is geen ras ,maar een mengsel van verschillende kleuren snijbiet.  De kleuren varieerden van wit, goudgeel, roze tot rood.
Perpetual Spinach Een groene snijbiet met smalle nerf en grof blad. Het jonge blad wordt als spinazie verwerkt en gegeten.

Verder zijn de onderstaande rassen beperkt in Nederland verkrijgbaar.
Erbette – Vulcan – Fordhook Giant – Burgundy Chard.

 

Snijbonen

Unicode


Stok-(staak)  en Stamsnijboon

                          (Phaseolus vulgaris L.)  Leguminosae
ENGELS:        Slicing bean (dwarf and pole)
FRANS:          Haricot sabre (nain et à rames)
DUITS:            Schwertbohne (Busch und Stangen)
OMSCHRIJVING: Verschillen de typen worden door de conservenindustrie aan­geduld als ‘snijboon’: de Hollandsc of echte snijboon (lange, platte, brede peulen  met de specifieke snijbonen­smaak), de spekboon (lange, ovaalronde peulen en zoeter van smaak), de pronkboon  en ook wel gesneden, grove sperziebonen.  Verse produkten zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden; verwerkte produkten in blik of glas zijn te herkennen aan de naam­geving Hollandse snijb­onen , Speksnijbonen, Pronksnijbonen en Gesne­den bonen.
Snijbonen, de naam zegt het al, worden gesneden geconsumeerd.
Stamsnijbonen worden voornamelijk geteeld door ‘volkstuinders’ in de volle­grond.
Stoksnijbonen worden door beroepstuinders onder glas en in de vollegrond ge­teeld; een groot gedeelte van deze oogst gaat naar de conservenindustrie.
De eerste Hollandse Kasstoksnijbonen zijn echte primeurs, waarvoor een hoge prijs wordt betaald.Stoksnijbonen zijn meestal witzadig, met groene peulen, zonder draad, die lang mals blijven, omdat vliesvorming in een zeer laat stadium begint. Er is echter ook een ras met goud/gele peulen.

PRODUKTIE: Echte snijbonen:Nederland, België en sommige Afrikaanse landen.

Spekbonen vooral West­Duitsland, pronkbonen Engeland.
Voor grove sper­ziebonen: zie  Sperzieboon.

AANVOER:
Het gehele jaar (diverse produktielanden).

GEBRUIK
: De peulen in groenrijpe toestand in stuk­jes snijden of snipperen en vervolgens koken.

HOUDBAARHEID:

Gekoeld:
6°C, 90-95% R.V.: ± 1 week;
2-5°C, 90-95% R.V.: ± 2 dagen.
Ongekoeld:
afhankelijk van de temperatuur: ± 2 dagen.
N.B.: Snijbonen zijn gevoeliger voor L.T.B. dan Pronkbonen. Boven de 6°C treedt bij Snijbonen geelverkleuring op. In gesloten verpakking treedt zeer gemakkelijk rot op. Verse Snijbonen zijn goed van kleur en kunnen gemakkelijk met de hand worden gebroken. De eventuele zaden zitten niet los in de schil.

VOEDINGSWAARDE
:  Per 100 gr. 140 kj/33 kcal; 5gr. koolhydraten; 2,2 g vet;
0,3 gr. eiwit; 5 1 mg calcium; o, 8 mg ijzer; I9,5 mg vita­mine C.

INDUSTRIËLE VERWERKING:
Steriliseren in blik of glas en diepvriezen,echter op beperktere schaal  schaal dan sperzie­bonen door de kostbare handoogst.

Rassen:

Stamsnijbonen Laagblijvende snijbonen, voornamelijk bestemd voor de amateur­tuinder.  Het bekendste ras is Admires, met groene peulen zonder draad, ongeveer 15 cm lang en 2cm breed. jong geoogst van zeer goede consumptiekwaliteit.
Stoksnijbonen Meestal witzadige rassen met groene peulen zonder draad en vlies­vorming in een zeer laat sta­dium.  Bekende rassen:
Helda (tamelijk lichtgroen, 22-26 cm lang en20-22 MM breed),
Precores (groen, 22-26 CM/20-22 mm)
Superia (groen, 22-2 5 cm en I9-21 mm). 
Reingold is een stoksnijboon zonder draad en met lange, brede en goud­gele peulen.
Festival,De peul is recht tot zwak gebogen,middelgroen,circa 29cm lang en 25 tot 28 mm breed en draadloos.
Musica, Een fors gewas,is vrij vroeg. De peul is recht tot zwak gebogen,middelgroen,soms wat bleek,22 tot 26 cm lang,19 tot 24 mm breed en draadloos.

 

Spekbonen

Spekboon (Phaseolus vulgaris L.)  Leguminosae
De Spekboon is een grove Slaboon die wegens betrekkelijk grote afmetingen van zijn peulen tevens als Snijboon gebruikt kan worden.
Spekbonen zijn doorgaans witzadig met groene peulen zonder draad en vlies; er zijn echter ook rassen met gele en paarse peulen. De Spekboon wordt geconsu­meerd als Slaboon, Breekboon en als Snijboon.
Naar kleur zijn er drie type te onderscheiden.Groene, gele en paarse spekboon.

RASSEN:
Spekbonen worden niet onder rasnaam verkocht.
Spekbonen  zijn doorgaans witzadige rassen met groene peulen zonder draad en vlies. Er zijn echter ook rassen met gele en paarse peulen.
Bekende rassen zijn : Necores,Neckargold,Blauwschedige spek ,Fidel,Silvia en Terli

Aanvoer: Augustus-oktober.

Gebruik: Gekookt als groente en verwerkt in groentesalades.
Door rot aangetaste bonen verwijderen, de bonen punten en eventueel afhalen, wassen, goed uit laten lekken en snijden met een groente-snijmachine, met bo­nenvoorzetstuk, snit ± 2 mm, of de bonen in stukken breken om ze als slabonen te consumeren.

OPSLAG:
Gekoeld:
6°C, 90-95% R.V.: ± 1-2 weken
2-5°C, 90-95% R.V.: ± 5 dagen.
Ongekoeld:
afhankelijk van de temperatuur: ± 2 dagen.
N.B.: Spekbonen zijn gevoelig voor L.T.B., boven de 6°C treedt geelverkleuring op. De Spekboon moet stevig aanvoelen en gemakkelijk te breken zijn in de hand.
Zie ook : snijbonen

 

 

Spinazie

Spinazie(Spinacia oleracea L.)  Amaranthaceae( v/h Chenopodiaceae )
ENGELS: Spinach
FRANS: Epinard
DUITS: Spinat
DEENS:Spinat
ZWEEDS:Spenat
SPAANS:Spinacia oleracea
NOORS:Spinat
ITALIAANS:Spinacia oleracea
POOLS:Szpinak
OMSCHRIJVING: Snelgroeiende, eenjarige, kruidachtige plant waarvan het
jonge, groene blad wordt gegeten.  Het ‘zaad’ in bladspinazie bestaat uit
loze vruchtdelen die met de kiemplanten uit de grond komen, of uit
stuifmeelkorrels van de mannelijke planten.
Spinazie is in wezen een echte voorjaarsgroente, door glas en vollegronds
teelt wordt Spinazie het jaar rond aangevoerd.
De vorm van het blad varieert van langwerpig of driehoekig tot pijlvormig
en van gladbladige tot gekroesdbladige rassen.
De gladbladige rassen worden in ons land het meest geconsumeerd.
De zogenaamde ‘Winterspinazie’ wordt aangevoerd in struikvorm en heeft een
bobbelig blad.
Van gekookte Spinazie geen resten bewaren, omdat nitraat dat in het blad
aanwezig is, bij het opwarmen kan worden omgezet in giftig nitriet.

OORSPRONG: Kaukasus, Iran, Afghanistan.

AANVOER: Gehele jaar, echter vrij gering, tussen november en maart
(glasteelt).  Geimporteerde spinazie heeft vaak grotere bladen omdat in
het buitenland ook volgroeid blad wordt geoogst.

GEBRUIK: Goed wassen en rauw (jong blad), of gekookt eten.  Van gekookte spinazie  geen resten bewaren omdat nitraat in het blad kan worden omgezet in het giftige nitriet.

HOUDBAARHEID: Zeer kort; het blad wordt na de oogst snel slap.
In de koelcel (o- 1 ‘C, hoge luchtvochtigheid) is het blad 4-8 dagen
houdbaar.

VOEDINGSWAARDE: Per 100 g: 82 kj/2o kcal; 2 gr. eiwit, 0,4 g Vet; 2 g koolhydraten; 150 mg. calcium;2.8  Mg ijzer; 3,1 mg vitamine A;
11 mg vitamine C.

Rassen:
Vroege rassen
Voor een vroege uitzaai in de vollegrond worden vaak nog oude, scherpzadige
en snelgroeiende rassen gebruikt.  Iets later in het voorjaar volgen
rondzadige rassen die resistent zijn tegen valse meeldauw (een schimmel
ziekte).
Breedblad Scherpzaad Vrij breed, glad blad met een matig spitse top.  De
bladkleur is helder groen.
Resistoflay Een rondzadig ras voor vroege voorjaars- en herfstteelt en met
een stevig en tamelijk donkergroen blad.  Het ras is resistant tegen enige
vormen van valse meeldauw.
Wolter Een snelgroeiende, rondzadige hybride voor het vroege voorjaar en de late herfst.  Het blad is ovaalrond van vorm en middelgroen van kleur en heeft
lange bladstelen.  Resistent tegen valse meeldauw.
Zomerrassen:
Door de lange dagen en de hoge temperatures schiet spinazie in de zomer snel
in bloei.  Voor de teelt in deze periode komen dan ook vooral de traag
groeiende en minder snel schietende rassen in aanmerking.
Mazurka Een rondzadige hybride met stevig, tamelijk donkergroen blad en
grotendeels resistent tegen valse meeldauw.
Bloomsdale. Een oud, rondzadig ras uit Amerika met donker groene en sterk
gebobbelde bladeren.  De forse planten zijn vatbaar voor valse meeldauw
maar wel resistent tegen de mozaïekziekte (een virusziekte).
Winterrassen
winterrassen worden eind augustus of begin september gezaaid en in het
voorjaar geoogst.  Ze moeten dus winterhard zijn.
Winterreuzen Een oud, rondzadig ras van Franse oorsprong,met een opgericht,
pijlvormig blad en lange bladstelen.Het ras is vatbaar voor valse meeldauw.
Het aantal rassen is legio,hierbij nog enkele bekende variëteiten.
Ballet,Bolero,Calata,Chica, San Felix,Santana en Triathlon.
N.B.: Spinazie tijdens bewaring afdekken met kunststoffolie om uitdroging
tegen te gaan. Voorzichtig wassen en centrifugeren om kneuzingen zoveel
mogelijk te voorkomen.
Spinazie snijden is niet aan te bevelen, wegens vochtverlies door uittredend
celsap, hierdoor wordt het produkt bederfelijk en treedt veel verlies aan
voedingsstoffen en gewicht op.

 

 

Spruiten

Unicode

Spruitkool
(Brassica oleracea, convar. oleracea, var. gemmifera)
ENGELS: Brussels sprouts
FRANS:  Chou de Bruxelles
DUITS: Rosenkohl, Brüsseler Kohl

De groente is de jongste spruit van de cultuurgewassen van het geslacht
Brassica.  Het gewas stamt uit het einde van de 18e eeuw uit Brussel,
vandaar ook de buitenlandse namen Chou Bruxelles of Brussels sprouts.
Spruitkool is in die tijd ook in Nederland, Engeland en Noord Amerika
geintroduceerd.
Spruiten lijken op kleine sluitkooltjes, ze worden echter niet tot deze
groep gerekend.  Ze groeien in de bladoksels van de spruitkoolplant aan
een lange rechte stam.  De kleine kooltjes bestaan uit een korte stengel,
de zogenaamde pit en een groot aantal over elkaar geslagen groene blaadjes.  Spruiten worden alleen in de vollegrond geteeld.  Het seizoen loopt van ongeveer eind augustus tot april.  De groente komt voornamelijk uit eigen land.  Als er veel vraag is, dan wordt de groente in de voorjaarsmaanden geimporteerd uit Engeland.  Veel mensen denken dat spruiten pas lekker zijn als de vorst erover is geweest.  Lage temperatures zorgen namelijk voor de omzetting van zetmeel in suikers, de smaak van spruiten wordt dan zoeter.  De meeste rassen van tegenwoordig zijn echter ook zonder die vorst smakelijk.
De zoete smaak ontstaat door bevriezing op het land bij levende planten .
-7° C.  is de meest effectieve temperatuur. Geheel ten onrechte wordt er
wel beweert dat de spruiten bij opslag in de diepvries ook deze zoete smaak krijgen.
Spruitkool is een belangrijke wintergroente.
Het gezegde ‘de vorst moet er overheen zijn gegaan’ is voldoende bekend
en geeft aan dat het produkt winterhard is en dus gedurende de winter op
het land kan blijven staan.
Met de komst van hybride-rassen begint de oogst al in augustus, in die
maand is er echter nog niet veel vraag naar Spruitkool. De industrie neemt
deze Spruiten voornamelijk af voor de diepvries.
Van de totale oogst wordt ± 50% als vers produkt geëxporteerd.
Spruiten worden in ons land eenmalig machinaal geoogst; Spruiten worden
ongeschoond en geschoond aangevoerd.

OORSPRONG: Vermoedelijk België

PRODUKTIE: Engeland, Nederland, Frankrijk, België

AANVOER: Van augustus tot maart.

GEBRUIK: Losse blaadjes afpellen, stronkjes bijsnijden, goed wassen
en koken

HOUDBAARHEID: Bij  -1°C en een hoge luchtvochtigheid  3 tot 4 weken.
VOEDINGSWAARDE: Per 100gr, 172 kj/41 kcal; 5 gr. koolhydraten;
4 gr. eiwit; 0, 5 g vet; 3 0 mg calcium; 1 mg ijzer; I50 mg vitamine C;
1,0 mg vitamine A;  0,50 mg vitamine PP.

Rassen: De oudste  Hybriderassen zijn Olaf en Thor.Het veredelen en
hybridiseren gaat snel waardoor het aantal rassen jaarlijks toeneemt.
Enkele zaadvaste rassen zijn : Roodnerf. De naam heeft dit ras
te danken aan de paars aangelopen bladsteel en hoofdnerf. De spruit zelf
is echter donkergroen. Hiervan zijn vele selecties van vroeg tot laat
bekend. De oogst begint eind september en gaat vaak door tot maart.
Groninger. Ook hier zijn veel selecties van bekend. Dit ras werd vroeger
veel in het Noorden van Nederland geteeld. Nu is daar bijna geen teelt
meer van spruiten.
Op de rassenlijst staan nu o.a. :
Mistral,Eclipsus,Exodus Genius en Helemus
Clodius,Dominator,Hivernus

Gustus,Abacus,Bright, Breton Cronus
Romulus,Cyrus,Doric Igor,Nautic