Exoten – met een ‘B’

Babaco

P1060237 Babaco-©

Babaco  – Caricaceae

(Carica pentagona)

Ook bekend als:
Babao – Chamburo –
HERKOMST
Nauw verwant aan de Papaya is de Babaco,die pas sinds 1973 jaar in Europa bekend is.
Ontdekt in Equador en  Colombia.Het is een natuurlijke hybride van Carica Stipulata  x Carica pubescens  en die in Nieuw Zeeland en Chili  verder is gecultiveerd en inmiddels   ook  beperkt in Nederlandse kassen wordt gekweekt. De export naar Nederland is vanaf 1980 opgang gekomen vanuit Nieuw Zeeland
De donkergroene vruchten kleuren bij rijpheid naar geel.De smaak laat zich het best omschrijven als  friszoet met een vleugje citroen.Zijn de vruchten volledig rijp dan overheerst het zoet.
De Babaco groeit aan een ca 3 meter hoge boom of struik ,en draagt ca. 8 jaar vruchten,daarna wordt deze gekapt en vervangen. De opbrengst per jaar per boom is 25  tot 30 vruchten.
Door enten en stekken worden de bomen vermeerderd .
De enkele rassen die bekend zijn worden niet bij naam verhandeld,de verschillen zijn te zien in de hoekigheid,lengte en kleur van de vruchten.
Babaco’s zijn vijfhoekig en worden ca. 30 cm lang en 1,5 tot 2 kilo zwaar
GEBRUIK:
Rijpe vruchten zijn als vers fruit te consumeren,onrijpe vruchten  zijn net als de papaya
gekookt  te verwerken. Net als de Papaya bevat de Babaco een eiwit splitsend enzym.
Met de prachtige naam : Papaïne  Deze stof komt ook voor in Kiwi en Ananas.
Dit enzym breekt de eiwitten  in  vlees en melkproducten versneld af .
De meeste vruchten zijn zaadloos of bevatten enkele onrijpe witgele zaden die bitter van smaak
zijn. In Equador is het sap van de Babaco een heerlijke verfrissing,soms gemixt met ananas of sinaasappel sap. Vers Babaco vruchtvlees in yoghurt smaakt voortreffelijk,maar niet te lang van te voren  mengen in verband met de enzymen.
Het vruchtvlees is wit tot crème van kleur,de schil van de rijpe vruchten is eetbaar.
AANVOERTIJD:
Door een sterk uitbreidende teelt in verschillende landen is een jaarrond aanvoer
mogelijk.Aanvoer tussen september en januari komt uit Nieuw Zeeland .
Israël, Italië ,Spanje en de Kanaaleilanden Guernsey en Jersey zorgen samen met de
kasteelt in Nederland voor een jaarrond aanvoer.
KORTE BEWARING

De vruchten NIET bewaren onder 8°C. narijpen bij 20 °C.
Rijpe vruchten zijn zeer kwetsbaar.
Water   93 gr
Suiker  4.36 gr
Vit C  28 mg
Eiwit  0.74 gr
Koolhydraten 0.17 gr
Vet  0.6 gr
Vezels  0.56 gr
Mineralen 0.69 gr

Bamboe-scheut

Bamboo shoots – Gramineae

(Dendrocalamus latiflorus)
(Phyllostachys dulcis – P.pubescens – P. edulis)
(Bambusa beecheyana)

ENGELS: Bamboo
FRANS: Bambou
DUITS: Bambus

Ook bekend als:
Bamboe scheut – Sweet bamboo – Chuk sun
Van veel bamboe soorten zijn de jonge scheuten te eten.

Productielanden: Zuid Oost Azië en Zuid Amerika

Afhankelijk van land en streek komen verschillende bamboo soorten voor,ook het klimaat, hoog of laagland spelen een rol in de teelt van de bamboo.

Het telen van eetbare bamboescheuten is specialisten werk.

Je kunt niet zomaar alle jonge scheuten wegsnijden zonder de moeder­ plant te beschadigen.

De scheuten worden geoogst wanneer deze voldoende groot zijn maar toch nog zacht, wanneer de scheuten houtig worden zijn deze ongeschikt voor consump­tie. Korte, spits toelopende, kruidachtige scheuten of spruiten met op schubben lijkende bladeren

De scheuten zijn 20 tot 30 cm lang en lopen taps toe,het brede snijvlak is + 6 à 7 cm f  met een gewicht van 150 tot 200 gram.

Korte bewaring: Door het hoge vochtgehalte van de plant moeten de verse scheuten bewaard worden bij een luchtvochtigheid van 90 tot 95 % en een temperatuur van 2 tot 5·C. In water langer bewaren.

Gebruik: Verse bamboescheuten smaken zoet tot bitter, afhankelijk van het type. Over smaak valt niet te twisten, toch wordt de smaak het best omschre­ven als: “houdt het midden tussen koolrabi en asperge”.Gekookt verwerken, de eventuele bittere smaak is middels het tussen­door verversen van het kookwater te verminderen.

Aanvoertijd: Verse aanvoer uit o.a. Brazilië, Thailand, Japan, Indonesië, Filippijnen, India. China een jaarrond.

Voedingswaarde: Per IOO gr. : I34 kj/32 kcal;  6 g koolhydraten; 2,5 gr. eiwit; 0.3 gr. vet; 33 mg calcium; 0,5 mg ijzer; 4 mg vita­mine C.

Bergpapaja

citrus lijst 005Bergpapaja-©

Bergpapaja of Papayuela     –     Caricaceae                              /983/860/314/560/618/1600/150/1533/1598/940/857/1557/1573/590/

(Carica pubescens Solms &Laub. (L&C.K) syn. C.candamarcensis Hook.f.)

Engels: Mountain Papaya, Mountain papaw

Duits: Berg-Papaya

Spaans: Papaya de Montaña, Papayuela

Indonesië: Gedang memedi ( op Bali)

Mexico: Bonete,

Ecuador: Chamburo, Papayuela, Chilhuacan

Colombia: Papayuela, Tapacu

Peru: Papaya de altura

De bergpapaja lijkt op een kleine papaja, is wat kort gedrongen van vorm ca. 6 tot 15 cm lang en ca. 3 tot 8 cm breed. De vorm is duidelijk vijfhoekig. Groen van kleur tot goudgeel bij volledige rijpheid. Het vruchtvlees is glazig, groenig of gelig, zeer sappig, en friszuur aromatisch van smaak. De vrucht is aangenaam geurig bij rijpheid. De vruchten bevatten het eiwit splitsende enzym Papaine. Boom en blad bevatten het melkwitte latex, dat ook in onrijpe vruchten aanwezig is.

De onrijpe vrucht wordt gekookt gegeten. Het friszure vruchtmoes zonder de zaden wordt o.a. gebruikt in sappen en jams. Het rijpe vruchtvlees is geschikt om rauw te eten, b.v. in vruchtensalades. De zaden, 3 tot 6 mm groot, kunnen maag en darmproblemen veroorzaken en worden niet gegeten.

In de Andes is de bergpapaja inheems, en groeit op een hoogte van 1200 tot 3000 meter. Enkele landen in Zuid-Amerika die de bergpapaja commercieel telen zijn te vinden van Panama tot Peru, met Ecuador als belangrijke exporteur naar Europa. Ook wordt de bergpapaja geteelt in Florida, Zuidoost Azië en Sri Lanka

De Carica familie omvat ca. 50 geslachten die eetbare vruchten voortbrengen,

en zijn allemaal inheems in Zuid-Amerika. De taxonomen en plantkundige hebben de afgelopen eeuwen een indeling gemaakt van de verschillende geslachten. Dit op basis van uiterlijke kenmerken en eigenschappen van de planten(bomen) . De inheemse bevolking heeft de bomen, maar vooral de vruchten voorzien van een voor hen logische naam in hun eigen taal. Hierdoor is ontstaan dat de verschillende Carica vruchten een zelfde naam hebben. Als voorbeeld de vruchten van de:

  1. X pentagona Heilborn, Babaco, Chamburo,

C.candamarcensis Hook.f. syn. C. pubescens L. Chamburo, Bergpapaja, Papayuela.

C.chrysopetala Heilbron – Chamburo, Higacho, Toronchi

C.goudotiana Solms – Papayuela, Papaya silvestre, Papayote chilacuán

C.candamarcensis Hook.f. syn. C. pubescens L. Chamburo, Bergpapaja, Papayuela.

Het zal duidelijk zijn dat de internationale handel voor de juiste benaming afgaat op de lokaal bekende namen, en deze dan bij voorkeur vergezeld is van de botanische naam.

De Papaja, Babaco en de Bergpapaja zijn bij volledige rijpheid geschikt voor verse consumptie. De overige hieronder genoemde soorten worden voornamelijk gebruikt om te koken of gebruikt voor de bereiding van sappen, jams en geleien.

  1. candicans A.Gray

Peru

C.cestrifolia. Solms

Colombia

C.cestriflora – Papaya de terra fria

C.goudotiana Solms – Papayuela, Papaya silvestre, Papayote chilacuán

Colombia

Jacaratia dodecaphylla A. DC. syn. Carica dodecaphylla Vell.

Argentinië – Yacaratia

Brazilië – Jacaratia, Mamao bravo, Mamamo do mato

Jacaratia heptaphylla A. DC. syn. Carica spinosa Aubl – Cargatea, Acasyé, Siquishéa, Uruna

Guyana

Pileus mexicanus Johnston syn. Jacaratia mexicana A.DC

Frankrijk: Papayer du Mexique

Mexico: Guaguayote, Papaya orejona

C.peltata Hook&Arn. – Monkey papaya,

Nicaragua en Costa Rica

C.posopora L.

Peru en Chili
C.cauliflora Jacq.

Venezuela en Trinidad

C.stipulata – Siglalón, Chamburo

Ecuador

C.candinamarcensis Hook f. – Cham buro, Higo, Chinacan, Mountain Papaw, Bonetti

Colombia en Ecuador

C.chrysopetala Heilbron – Chamburo, Higacho, Toronchi

Ecuador

C.lanceolata Benth.&Hook

Noordoost Argentinië

  1. monoica Desf – Col de Monte, Duraznil,

Peru, Bolivia, Ecuador,

C.quercifolia (St.Hill) Solm-Laub. (Benth) – Cargatea, Higuera de monte

Zuid Brazilië, Bolivia, Paraguay en Noord Argentinië

Blimbing

Blimbing kit-©

Blimbing   ( Averrhoa bilimbi) Oxalidaceae   /1014/983/CBI/823/312/
Nederlands: Blimbing, Zure vijfhoek
Engels:  Cucumber tree fruit
Frans:  Bilimbi
Duits:  Bilimbi, Gurkenbaumfrucht
Spaans:  Vinagrillo,Pepino culi
Indonesie:  Blimbing asem
De Blimbing  heeft de vorm van een carambola maar is kleiner en groen van kleur.  De blimbing wordt niet rauw gegeten want de smaak is wrang en zuur.Ingelegd in azijn wordt deze gegeten als de augurk.
Door ze me zout te bestrooien en daarna te drogen in de zon is de blimbing lang houdbaar.
Gekookt wordt de blimbing gegeten als groenten,maar ook verwerkt in curry en jam’s.
Het weten waard!!
De blimbing is zeer geschikt om koper te poetsen.
De blimbing bevat veel oxaalzuur.
zie ook Carambola

Boomtomaat

P1010677-©

Boomtomaat of Tamarillo   Solanaceae    /645  X/

(Cyphomandra betacea)

ENGELS: Tamarillo, tree tomato

FRANS: Tomate d’arbre

DUITS: Baumtomate

OMSCHRIJVING: Eivormige, 4 tot 7 cm lange vruchten, met dunne schil die bij rijping verkleurt van oranjegeel naar rood of bruinrood, soms purper. Binnen een rand van tamelijk stevig vruchtvlees bevindt zich een geleiachtige massa waarin de vele zaadjes zitten. De schil is bitter; het vruchtvlees is, bij volledige rijpheid, zoet en pittig (kruidig) van smaak. Onrijpe vruchten smaken enigszins wrang.

Unicode

LAND VAN OORSPRONG: Peru.

PRODUKTIELANDEN: Nieuw-Zeeland, Zuidoost Azië, Brazilië, Kenia.

AANVOERTIJDEN: Vrijwel het gehele jaar (diverse productielanden).

GEBRUIK:  Vrucht schillen, vruchtvlees (inclusief pitten) vers eten, eventueel met wat suiker; verwerken in nagerechten en fruitsalades, mee braden met vlees, verwerken tot jam of chutney.

HOUDBAARHEID: Enkele dagen bij kamertemperatuur.

VOEDINGSWAARDE: Per 100 g vruchtvlees: Kcal 50; vitaminegehalte: 540 ie  vitamine A, 25 mg vitamine C.

Broodvrucht

P1040347Broodvrucht-©

Broodvrucht ( Artocarpus altilis syn. A.communis) Moraceae

Nederlands: Broodvrucht,
Frans: Fruit á pain,Pain de singe
Duits: Brotfrucht
Engels: Breadfruit
Spaans: Fruta del pan
Italiaans : L’albero del pane
Portugees: Fruta pão
Thai: Sa-ke
Maleisie:Sukun
Indonesie: Sukun
Filipijnen: Rimas

Ook bekend als:
Fruta de pan – Fruit à pain (zaadloos)
Chataignier ( met zaad)

Van oorsprong komt de broodvrucht uit het gebied van de Stille Zuidzee,Micronesië en Nieuw Guinea, en is nauw verwant aan de Jackfruit ( Artocarpus integrifolia)

Gebakken of geroosterd in een vuur, heeft de vrucht een zetmeelachtige textuur en geur die doet denken aan vers gebakken brood. Broodvruchten zijn al meer dan 3000 jaar een belangrijk basisgewas en het belangrijkste onderdeel van traditionele boslandbouwsystemen in de Stille Oceaan.

Toen in 1789 de beruchte muiterij op de “Bounty” plaatsvond,was dit schip met plantmateriaal van de broodvrucht op weg van de Stille Zuidzee naar West Indië, het verlies van zijn lading van 1015 broodvruchtplanten in pot bij zijn rampzalige terugkeer reis is bekend. Hij vertrok opnieuw in 1791 en leverde in februari 1793 vijf verschillende soorten van in totaal 2.126 planten aan Jamaica. Op dat eiland floreerde de pitloze broodvrucht en werd het algemeen geplant op andere eilanden van West-Indië, in de laaglanden van Midden-Amerika en noordelijk Zuid-Amerika. In sommige gebieden wordt alleen het zaadloze type gekweekt, in andere, met name Haïti, komt met zaad vaker voor. Jamaica is veruit de grootste producent van het pitloze type, gevolgd door St. Lucia. In Nieuw-Guinea wordt alleen het gezaaide type voor voedsel gekweekt.

Tegenwoordig trekt het de aandacht van fijnproevers en sommige eilanden verzenden kleine partijen naar de Verenigde Staten, Canada en Europa voor gespecialiseerde importeurs.

Alle delen van de boom, inclusief de onrijpe vrucht, zijn rijk aan melkachtige, gomachtige latex. Er zijn twee hoofdtypen: het normale, “wilde” type (gecultiveerd in sommige gebieden) met zaden en weinig vruchtvlees, en het “gecultiveerde” (meer algemeen geteelde) zaadloze type, maar af en toe worden enkele volledig ontwikkelde zaden gevonden in meestal pitloze cultivars.

Meer dan 2000 beschreven variëteiten (cultivars) broodvruchten zijn er bekend, alleen op Jamaica komen al ruim 70 variëteiten voor.

De vruchten zijn tussen de 10 en 40 cm groot met een diameter van 10 tot 30 cm. Met een gewicht van 1 tot 4 kilo . De gedroogde zaden worden broodnoten genoemd. Het vruchtvlees is wit bij de onrijpe vruchten tot cremekleurig en zacht bij de rijpe vruchten die dan zoet geurig zijn .

De zaden zijn onregelmatig rond tot ovaal van vorm en ca . 2 cm groot .

De schil is bezet met afgestompte stekels waardoor deze glad en bobbelig is, soms met een schil die ruw is als schuurpapier . Over het algemeen is de schil eerst groen en wordt geelachtig groen, geel of geelbruin als ze rijp zijn, hoewel èèn variëteit de “Afara” zacht rose kleurt.

Opslag en bewaring
Een juiste bewaartemperatuur voor onrijpe vruchten is 15°C, narijpen bij 22 °C,en de rijpe vruchten bewaren bij minimaal 11 °C tot 13°C , bij een RV van 85 % tot 90 %

De broodvrucht is gevoelig voor ethylee.

Broodvruchten worden nu in Ca. 90 landen verbouwd.
Jaarrond aanvoer uit verschillende landen. o.a. de Fiji, Jamaica, Maleisie, India, Centraal Amerika, Afrika, Thailand, Suriname en Indonesie.

Gebruik door consument.

De broodvrucht wordt als fruit gegeten wanneer deze rijp is en als groenten verwerkt bij onrijpheid.

Er zijn veel gebruiksmogelijkheden o.a. Koken, bakken, roosteren, stomen en pureren, zouten en drogen . Verwerken tot zoete nagerechten als pudding of in IJs.

Zelfs de zaden zijn na roosteren eetbaar, en smaken als de tamme kastanje .

Broodvrucht is niet zoet, wordt gebakken en vooral in hartige gerechten uit de Caraïbische keuken gebruikt.

Het al dan niet bewerkte vruchtvlees kan door invriezen tot 18 maanden bewaard worden.

In de vegetarische keuken is de broodvrucht ontdekt als alternatief voor zuivel en vlees.

Voedingswaarde per 100 gram
Energie 105 kcal
Water 70 g
Eiwit 2 g
Vet 0.75 g
Koolhydraten 25 g
Caroteen 40 I.E
Vit C 28 mg

De broodvruchten worden ingedeeld naar acht klasseficaties . Deze indeling is NIET gebaseerd kwaliteit, maar op de vorm en afmeting van het blad van de boom .

Enkele bekende rassen zijn : Aravel – Havanna – Maohi – Paea – Pucro -Koqo – en Samoa.