Wat is Fruit?
Onder fruit verstaan we alle eetbare vruchten van houtachtige gewassen geschikt voor menselijker consumptie.
Houtachtigewassen bestaan uit een wortelstelsel,takken,bladeren,bloemen en vruchten
Dit noemen we struiken en bomen.
Appels,peren perziken en kersen noemen we fruit.Net als frambozen en bramen.
Bij fruit zitten de zaden altijd in het vruchtvlees opgesloten.Soms is dat in een klokhuis
Zoals bij appels en peren. Dit noemen we dan pitvruchten
Zit er één zaad in de vrucht zoals bij kersen en abrikozen dan noemen we dat steenfruit.
En zitten de zaadjes verspreid in het zachte vruchtmoes dan noemen we dat besvruchten,zoals bij druiven en rode bessen. Bramen en frambozen noemen we samengestelde steenvruchten.
Bij nootvruchten is het zaad omgeven door een houtachtige bolster.
Binnen de produktgroep fruit maken we nog onderscheid tussen hardfruit en zachtfruit
Hardfruit wordt plukrijp geoogst zoals appels en peren.Dat betekend dat deze vruchten nog
enige tijd moeten narijpen om tot volle smaak te komen.Zachtfruit moet eetrijp worden
geoogst,denk hierbij aan frambozen en bramen. Eetrijp fruit kan best enige dagen bij de
consument bewaard worden. Hardfruit op kamertemperatuur en zachtfruit in de koelkast.
Fruit wordt ingedeeld in de volgende produktgroepen:
Pitvruchten
Hiertoe behoren de Appel en de Peer. De zaden bevinden zich in een open ruimte van de vrucht, het klokhuis.
Steenvruchten
De pit of steen zit los in het vruchtvlees danwel aan het vruchtvlees vast. Tot deze groep behoren: Perzik, Pruim, Kers, Morel, Abrikoos en Nectarine.
Besvruchten
De zaden liggen verspreid in het vruchtmoes. Tot deze groep behoren: Druif, Rode Bes, Zwarte Bes, Witte Bes en Kruisbessen.
Samengestelde vruchten
De vrucht blijkt uit een aantal aan elkaar gegroeide vruchtjes te bestaan. Deze afzonderlijke vruchtjes zijn steenvruchtjes. Tot de groep van samengestelde vruchten behoren: Framboos, Braam, Japanse Wijnbes, Boysenbes en Loganbes.
Nootvruchten
Het harde omhulsel van deze vruchten is niet eetbaar, maar de erin aanwezige zaden zijn dat wel. Tot deze groep behoren o.a.: Hazelnoot, Walnoot, Kastanje, Amandel en Pecannoot.
Opmerking:
de aan lage struiken groeiende kleine vruchten, zoals Bessen, Frambozen en Bramen, worden ook wel kleinfruit genoemd.
Tot het zachtfruit behoren:
Bessen, Frambozen, Bramen, Perziken, Nectarines, Pruimen, Kersen, Druiven en Blauwe Bessen.
Omdat deze vruchten bij het plukken reeds eetbaar zijn, moet men er voorzichtig mee omgaan. Veel van deze vruchten worden reeds voorverpakt verkocht.
Tot het hardfruit behoren:
Appelen en Peren.
Op het moment van plukken, als de vruchten plukrijp zijn, zijn Appelen en Peren nog hard en smaakloos. Na het plukken rijpen ze nog na. Dan pas komt de smaak, het aroma, tot ontwikkeling. Te vroeg geplukte vruchten komen niet meer op smaak. De aanzet daartoe ontstaat pas enkele dagen voor het plukrijp zijn. Bij het narijpen van te vroeg geplukte vruchten worden ze nog wel zacht. Van deze smaakloze vruchten zegt men dat ze noodrijp zijn.
De narijptijd is niet voor alle rassen gelijk. Voor zomerrassen als James Grieve en Benoni is dat enkele dagen, bij de late rassen als Cox’s Orange Pippin en Jonagold duurt het een paar weken.
Herkenbaarheid van te vroeg geplukte vruchten:
bij Appelen en Peren:nog niet volgroeid, nog niet goed op kleur, de steel is vaak gebroken of die ontbreekt, optreden van kurkstip en rimpeligheid bij het narijpen.
bij Pruimen:te veel vruchten met steel, ingescheurd vruchtvlees daar waar de steel heeft gezeten, vruchten zijn vaak klein en niet goed op kleur.
Bij Kersen:niet goed op kleur, de steel is gebroken of ontbreekt.
Narijpen
Zachtfruit, dat op het moment van plukken (bijna) eetbaar is en hardfruit, dat na kortere of langere tijd eetrijp wordt, zijn vanaf het moment dat het eetbaar wordt nog maar kort te bewaren. Daarna wordt het overrijp.
De ontwikkeling van plukrijp naar eetrijp kan men soms maanden vertragen, bijv. door bewaring in koelhuizen. Als het produkt eenmaal eetrijp is, dan kan de bewaartijd niet meer worden vertraagd. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat rijpe vruchten ethyleengas produceren en dit gas versnelt, ongeacht de temperatuur en de geringe hoeveelheid, het rijpingsproces.
Vruchten waarvan we denken dat deze tot het fruit gerekend worden zoals Aardbeien en Meloenen ,worden volgens bovenstaande definitie ingedeeld bij de groenten. Omdat deze groeien aan kruidachtige gewassen.De Aardbei is daarnaast nog eens geen echte vrucht,maar een schijnvrucht . Omdat deze de zaden op de huid heeft zitten.
Maar als u ze eet ,denk dan maar aan heerlijk zomerfruit.!!
Climacterisch en Non-Climacterische vruchten.
In de AGF literatuur kom je steeds vaker deze begrippen tegen. Het is niet anders dan Plukrijpe vruchten zijn Climacterisch en rijpen na. De Non-Climacterische vruchten rijpen niet meer na ,na de oogst.