Kweepeer Cydonia oblonga Mill. (syn. C.vulgaris; Pyrus Cydonia) – Rosaceae
Nederlands: Kweepeer – Kweeappel – Kwee – Appel van Cydon
Engels: Common quince – Quine – Quince (Golden apple)
Frans: Cognassiers, Cognassier commun – Coudonnier – Coing
Duits: Echte Quitte – Fruchtquitte – Kulturquitte – Baumwollapfel – Quittich – Quitte
Herkomst
De kwee (Cydonia oblonga) komt van oorsprong uit Turkije , Iran en Irak en komt daar ook nu nog in het wild voor. Uit oude geschriften en opgravingen blijken, dat de Romeinen de kwee al op hun menu hadden staan. De kweepeer werd als een heilige vrucht beschouwd. Vroeger gebruikte men de kwee als medicijn, o.a. bij ontstekingen aan de slijmvliezen.
Hyppocrates ( 300 v. Chr.) adviseerde deze merkwaardige vrucht al bij darmproblemen.
Artsen in de middeleeuwen beschouwden de kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten .
Olivier de Serres ,de “vader” van de land en tuinbouw in Frankrijk ( 1539-1619) beschrijft de Krusomélon, zoals de kweepeer toen genoemd werd , als het beste fruit met de meeste toepassingen,zowel voor de consumptie als medicijn.
Verspreiding
De kwee is geleidelijk aan over Europa verspreid. Belangrijke teeltgebieden zijn te vinden in o.a. Joegoslavië, Hongarije, Roemenië en Turkije . Maar ook Zuid-Duitsland en Zuid Rusland kennen een belangrijke kweeperenteelt . Turkije is wereldleider met 31 % van de wereldproductie (2010) .
De kwee wordt ook kweepeer of kweeappel genoemd, dit heeft voornamelijk te maken met de vorm van de vrucht. De gele schil heeft een viltachtige donslaag. De vrucht en vooral de schil bevatten zeer veel pectine, een stof die ervoor zorgt dat gelei, jam en marmelade goed opstijven. Opmerkelijk is dat het woord marmelade van het Portugese woord “marmelo” (= kwee) is afgeleid. Vroeger, toen er bij veel mensen thuis zelf jam werd gemaakt, was de kwee onmisbaar vanwege het hoge gehalte aan pectine. In het midden van de vrucht zit een klokhuis dat veel bruine pitten bevat. De vrucht moet voor consumptie altijd gekookt worden. In Portugal (marmelo) en Spanje (membrillo) zijn de vruchten erg populair, er wordt veel gelei van gemaakt. In Nederland is de kweepeerboom vaak nog te vinden bij oude buitenplaatsen, boerderijen en villa’s . Gelukkig neemt de aanplant in particuliere tuinen toe. Door aandacht van TV koks en in de kookrubrieken van kranten en tijdschriften is er steeds meer belangstelling voor de onvergetelijke kweepeer.
Consumptie
Hoewel de rauwe kweepeer wrang en zuur van smaak is, in gekookte vorm is de kweepeer smakelijk zoet met een vleugje frisheid.
De kwee wordt altijd gekookt voor het gebruik. Was de vruchten goed af om de viltachtige laag op de schil te verwijderen. Gekookt kan de kleur van het vruchtvlees rosé of rood zijn, een enkele variëteit blijft blank van kleur. Maak een moes van half appel en half kweepeer, of stoof de kweepeer net als de stoofpeer. Laat de kweeperen na het koken een nacht afgedekt staan. Het kookvocht of vruchtvlees krijgt zo een veel mooiere kleur en veel smaak trekt in het kookvocht.
Veel smaak zit in de schil, wanneer geschilde kweeperen zijn vereist in een recept, probeer dan de schillen mee te koken. Kweepeer als moes of in stukken, laat zich goed combineren met vleesgerechten
Bij volledige rijpheid zijn de vruchten geel van kleur en geven, op kamertemperatuur, een heerlijke aromatische geur af.
Onderstam
Ook bij de teelt van perenbomen maakt men ook gebruik van de kwee. De perenboom wordt in dat geval geënt op een onderstam van de kwee. De reden hiervan is o.a. dat de boom nu minder hoog wordt en eerder vruchten draagt.
Een volwassen kweepeer boom kan 5 tot 6 meter hoog worden .Deze hoogte kan alleen worden bereikt door het vakkundig in vorm snoeien. De boom heeft van nature de neiging om vlak boven de grond zich te vertakken waardoor een struikvorm ontstaat.
Nauw verwant aan de kweepeer is de Japanse sierkwee (Chaenomeles japonica) Een struikje van 0,5 mtr. tot 2 mtr. hoog die in veel tuinen en openbare parken voorkomt . Ook de vruchten van deze struik zijn net als de echte kweepeer “ verwerkt “ te eten, wel volledig laten rijpen. In Letland is de Japanse sierkwee al sinds 1784 een belangrijke fruitsoort, de variëteit “ Cido “ is de grondstof voor een reeks van smakelijke producten, waaronder likeur, gelei, jams, gedroogde of gekonfijte blokjes .
Opslag
De harde kwee is 2 tot 3 maanden op te slaan bij een temperatuur van 0-4° C en een relatieve vochtigheid van 90%. De consument kan de kwee wel enkele weken bewaren op een koele plaats.
Een enkel roestvlekje op de schil is niet van invloed op de gebruikswaarde van de kweepeer
Pectine rijke vruchten.
De kwee bevat evenals de mispel veel pectine. Deze stof zit voornamelijk in de schil van de vruchten en zorgt ervoor dat jam en gelei gemakkelijk geleren. De vruchten worden dan ook niet geschild voor het koken, wel goed wassen (klokhuis verwijderen) en na het koken de massa eventueel zeven. De kwee is dus evenals de mispel geschikt voor het bereiden van jam, gelei of compote. Ook zijn de vruchten geschikt om op brandewijn te zetten. Een bekende kweepeergelei is de Franse Cotignac. Die verschillende bereidingswijze kent al dan niet met alcohol.
Aanvoer vanaf eind september uit Nederland. De bomen bloeien is in mei.
Import uit Zuid Europa vanaf juni tot april.
Er zijn ca. honderd kweepeerrassen wereldwijd bekend .
Enkele rassen in Nederland zijn:
Peervormig: Ekmek, Champion syn. Meisterquitte, Vranja, en Ronda
Appelvormig: Ludovic, Leskovacka – Wudonia en Konstantinopeler
Voedingswaarde per 100 gram.
Energie 69 Kcal 291 Kj
Eiwit 0,5 g.
Koolhydr.15,5 g.
Vit. A 4,0 mg.
Vit C 15 mg.
Natrium 4 mg.
Calcium 10 mg.
IJzer 1 mg.
Overige Rassen :
Peervormig:
Agvambari
Ekmek
Sobu
Rea’s Mammoth
Bereczki
Champion, Syn. Meisterquitte,
Radonia
Vranja
Cydora – Robusta
Fusion
Le Bourgeault
Portugieser
Ronda
Appelvormig:
Ludovic
Leskovacka
Wudonia
Konstantinopeler